Figuur 4 geeft de situatie dat een gereduceerde
lengte wordt gemeten. Het reductiemechanisme
van deze basisafstandmeter is erg eenvoudig.
De stand van de twee driezijdige prisma's en
V2 t.o.v. de andere optische onderdelen is bepa
lend of een schuine lengte, een gereduceerde
lengte dan wel een hoogteverschil wordt ge
meten.
Draaien de prisma's mee met de overige op
tische onderdelen, dan wordt bij meting onder
een hellingshoek a de afstand tussen de penta-
goonprisma's U en W gelijk aan Xa. Vermenig
vuldiging van deze Xa met de vermenigvuldig-
constante A geeft de schuine lengte
Blijven de prisma's Yi en V» echter met de
brekende ribben verticaal staan (de prisma's
149
Figuur 3