reparatie van enig gebouw noodzakelijk is om op de grond van de nabuur enig steigerwerk te plaatsen, of daarover te gaan, om bouwstoffen aan te brengen, is de eigenaar van die grond verplicht dit te dulden, behoudens schadeloos stelling, indien daartoe gronden zijn". Even wil ik er op wijzen dat de rechten alleen gelden voor reparatie van een gebouw. Bij nieuwbouw hoeft men dus niets te dulden! De schadeloosstelling die door dit artikel aan geboden wordt, vindt plaats naar analogie van die, bedoeld in artikel 1282. Waterafvoer Artikel 700 zegt simpel dat iedere eigenaar ver plicht is zijn daken zo in te richten dat zijn regenwater op zijn erf of op de openbare weg afloopt, indien dit laatste niet bij de wetten of bij verordeningen is verboden; hij mag het water niet op de grond van zijn nabuur doen aflopen. Maar we hebben in artikel 673 gezien dat lager liggende erven verplicht zijn het water van hoger liggende te ontvangen. Deze artikelen lijken met elkaar in strijd maar zijn het niet: men gaat er van uit dat water dat van onge bouwd eigendom zijn weg naar lager gebied zoekt, aan een natuurwet voldoet, maar dat een bouwwerk eigenlijk een onnatuurlijk iets is dat niet dezelfde rechten heeft. Weliswaar ontvangt een gebouw niet meer regenwater dan de onge bouwde grond zou hebben ontvangen, maar het belet wel het ter plaatse wegzakken van het water, terwijl de totale hoeveelheid onmiddellijk wordt afgevoerd. Het is mogelijk dat men de erfdienstbaarheid van waterloop en drop heeft, waaronder men verstaat het recht om schoon water te doen uit lopen. Dit recht kan zelfs door verjaring ver kregen worden. Artikel 701 merkt nog op dat niemand water of vuilnis door de goten van andermans erf mag laten lopen tenzij hij daartoe het recht heeft verkregen. Instortingsgevaar Artikel 702 behandelt weer een andere moge lijkheid van te verwachten burenhinder: „alle gebouwen, schoorstenen, muren, heiningen of andere scheidingen, welke, hetzij door ouder dom, hetzij uit andere hoofde, dreigen in te storten, en die het naburige erf in gevaar brengen, of er overheen hangen, moeten afge broken, opgebouwd of hersteld worden, op de eerste aanmaning van de eigenaar van het na burige erf". Het is natuurlijk de vraag of de eigenaar op die aanmaning zal reageren, mede omdat niet-des- kundigen moeilijk kunnen beoordelen of er enig gevaar aanwezig is. Pas als de aangrenzende eigenaar op zijn erf wil bouwen en de over hangende muur dit zou beletten, dan heeft hij op grond van het recht dat aan eigendom ver bonden is (artikel 626) recht om afbreken te vorderen. In het algemeen zal de rechter de buurman in het gelijk stellen en dus afbraak vorderen, wanneer deze een redelijk belang heeft bij opruiming, zoals bijv. in voornoemd geval. Men kan zich afvragen wat de gevolgen zijn van instorting. Wanneer dit instorten een gevolg is van ouderdom (dus onvoldoende onderhoud) of als gevolg van een constructiefout of het ont nemen van de noodzakelijke steun aan het bouwsel, dan wordt dit als een onrechtmatige daad van de eigenaar beschouwd. In dat geval is artikel 1405 van kracht: „De eigenaar van een gebouw is verantwoordelijk voor de schade door deszelfs gehele of gedeeltelijke instorting veroorzaakt, indien deze door verzuim van on derhoud, of door een gebrek in de bouwing of inrichting, is teweeggebracht". Dit sluit ook aan bij het meer algemene artikel 1402: „Een ieder is verantwoordelijk, niet alleen voor de schade welke hij door zijn daad maar ook voor die welke hij door zijn nalatigheid of onvoorzichtig heid veroorzaakt heeft". Hinderen Artikel 703: „Hij, die, in de nabijheid van een gemeenschappelijke of niet gemeenschappelijke muur, een put, een riool of een secreet laat graven; die aldaar een schoorsteen of een stook plaats, een oven of fornuis wil metselen; er een stal of een mestbak tegen aan wil bouwen, of tegen die muur een magazijn of pakhuis van zout, een verzamelplaats van bijtende stoffen wil aanleggen, of daartegen andere schadelijke of gevaarlijke werken wil maken, is verplicht de tussenruimte te laten of te maken, welke bij de bijzondere verordeningen of gebruiken te dien opzichte is voorgeschreven, of al zodanige werken aan te leggen als die reglementen of gebruiken voorschrijven, teneinde alle schaden voor de naburige erven te voorkomen". Ook artikel 625 maakt reeds de beperking dat men geen hinder aan de rechten van anderen mag aanbrengen en dat men van zijn eigendom geen gebruik mag maken in strijd met wetten en verordeningen. Bij de behandeling van ar tikel 684 zagen we dat iedere mede-eigenaar tegen de gemeenschappelijke muur mag bouwen. In artikel 703 zien we dus beperkingen op die algemene regel. De Hinderwet (Wet van 15 mei 1952, Stbl. 274) 192

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1970 | | pagina 12