met de besturingscomputer ook landmeetkundig
rekenwerk uitgevoerd. Als voorbeeld noem ik
het programma meetpuntenberekening, waar
mee desnoods een geheel plan kan worden be
rekend en gekaarteerd. De programmabiblio
theek bestaat uit circa tachtig programma's.
Deze voorbeelden illustreren, dacht ik, dat het
met de automatisering van de eerste hoofdgroep
nog wel meevalt. Dat impliceert niet dat we
er al zijn. Ik ben het met de heer Krietemeijer
eens dat het einde van de ontwikkeling nog lang
niet is bereikt.
Voor de tweede hoofdgroep, de ruilverkave
lingsadministratie, is enkele jaren geleden een
gemechaniseerd systeem opgezet, dat nu als
proef voor enkele ruilverkavelingen wordt toe
gepast [7]. Deze proef is geen groot succes om
dat geen sprake is van een geïntegreerd systeem,
waardoor het rendement te laag is. De ervaring
die met dit systeem is opgedaan, kan zeer nuttig
zijn bij een nieuwe aanpak van de automati
sering van de ruilverkavelingsadministratie. Ik
ben het slechts ten dele eens met de opmerking
van de heer Krietemeijer dat „dit project een
afspiegeling is van het vierde project op veel
kleinere schaal", terwijl zijn conclusie dat „het
juist daarom op een totaal andere manier is te
automatiseren" eveneens slechts gedeeltelijk
juist is. De overeenkomst tussen beide projecten
bestaat voornamelijk uit het feit dat de basis
gegevens voor de ruilverkavelingsadministratie
berusten op de kadastrale boekhouding. De
reden dat de ruilverkavelingsadministratie op
een totaal andere manier is te automatiseren,
is niet de kleinere schaal, doch de andere doel
stelling.
De doelstelling bij de automatisering van de
kadastrale boekhouding zal zijn het up to date
houden van de bestanden en het direct toegan
kelijk zijn van elk gegeven in deze bestanden.
Dit houdt in dat elk gegeven onmiddellijk be
schikbaar moet zijn als het wordt opgevraagd.
Ook de historische gegevens moeten ter be
schikking blijven. Deze doelstelling is bij auto
matisering van de ruilverkavelingsadministratie
nauwelijks aanwezig. De primaire doelstelling
bij automatisering van de ruilverkavelingsadmi
nistratie is de mogelijkheid tot het benaderen
van de bestanden op incidentele momenten van
uit diverse gezichtspunten. Een belangrijk ver
schil met de kadastrale boekhouding is voorts
dat de pachtregistratie, de waardeberekening,
de berekening van de werkplans-II en de opti
malisering van de toedeling inde automatisering
van de ruilverkavelingsboekhouding kunnen
worden geïntegreerd.
De automatisering van de ruilverkavelings-
184
administratie kan naar mijn mening een ideale
voorbereiding zijn op de automatisering van de
kadastrale administratie, omdat men leert wer
ken met bestanden die in beide projecten veel
overeenkomst vertonen.
Het derde project is de indeling en bijwerking
van de kadastrale plans. Er kan met de huidige
stand van zaken alleen maar gespeculeerd wor
den op toekomstige mogelijkheden op dit ge
bied. De ontwikkeling van software op het ge
bied van graphics (displays en plotters) is in
volle gang. Slechts enkele firmanten zijn er
sedert kort in geslaagd bepaalde toepassingen
te introduceren; deze zijn zeker nog niet zonder
meer voor landmeetkundige toepassingen ge
schikt. Naar mijn mening is het wenselijk dat
ook door het Kadaster research wordt verricht
op dit gebied. Voor dergelijke experimenten
kan men in eerste instantie volstaan met een
middelgrote computer.
Het is vrij zinloos een visie te geven op de
mogelijkheden in de toekomst zonder dat men
zich in de materie heeft verdiept. Het gevaar
bestaat dat men daarbij de realiteit uit het oog
verliest. Uit het betoog van de heer Krietemeijer
krijg ik de indruk dat hij de problemen die
zich voor zullen doen, onderschat. Bovendien
bezondigt hij zich aan onjuistheden. Zo wil hij
de coördinaten van alle knikpunten der gren
zen opnemen in een magneetbandbestand voor
de beheersing en toekenning van perceelnum
mers. Vervolgens stelt hij dat het bestand van
grensgegevens op willekeurig toegankelijke
massageheugens moet worden opgeslagen, ten
einde elk willekeurig stukje van de kadastrale
kaart op een beeldbuis te kunnen projecteren.
Dat is onmogelijk met een magneetbandbestand,
omdat een magneetband niet een willekeurig
toegankelijk massageheugen is. Als sleutel tot
een dergelijk bestand wil hij de coördinaten van
een punt binnen elk perceel gebruiken. Ik ben
bang dat dit wat al te simpel is voorgesteld. Zo
wordt over een sleutel tot de grenspunten niet
gerept, terwijl juist dat een van de grootste
problemen is.
Tenslotte wil de heer Krietemeijer zijn bestan
den opbouwen door de huidige kadastrale plans
te digitaliseren met behulp van elektronische
coördinatenlezers. De niet hermeten plans moe
ten volgens hem daartoe eerst fotografisch wor
den voorzien van een R.D. ruitennet. Dat is
naar mijn oordeel een overbodige handeling;
voor het digitaliseren van plans is het voldoende
als men enkele aansluitingspunten heeft. Het is
mij niet duidelijk geworden wat de heer Kriete
meijer nu eigenlijk voor ogen heeft gestaan bij
zijn schets van de automatisering van de in-