internationaal informatiecentrum
voor tiet kadaster
office international
du cadastre et régime foncier (ii)
Van
naar
door P. S. Teeling Ing.,
technisch hoofdambtenaar le klasse van het kadaster te Alkmaar.
MODERNITEIT
In zekere zin heeft het O.I.C.R.F. als internatio
naal informatiecentrum voor Grondboekzaken
en het Kadasterwezen de tijd mee. In mijn artikel
over „Grondwet, grondeigendom en Kadaster"
(zie Geodesia, jg. 1969, blz. 87 e.v.) heb ik er
de aandacht op gevestigd, dat in zo goed als alle
landen (de communistische niet uitgezonderd)
vormen van particulier grondbezit en van parti
culiere eigendom van andere zakelijke rechten
op onroerend goed te vinden zijn. Ook werd er
op gewezen, dat bevolkingsgroei, industrialisatie
en de moderne vormen van verkeer de waarde
van de grond steeds meer doen stijgen. Daar
naast is een tendens waar te nemen in de rich
ting van een steeds verder doorgaande landher
vorming, vooral in de ontwikkelingslanden.
Voorbeelden hiervan zijn India, Iran, Chili,
Rhodesia, Tonga, Tai Wan, Guatemala.
Ook door andere oorzaken is de behoefte in de
wereld aan een moderne en up-to-date landregi-
stratie zeer sterk toegenomen. Elders merkte ik
reeds op, dat Duitse deskundigen op het terrein
van de landadministratie in Midden- en Zuid-
Amerika adviseren en dat in Zweden een mo
dern kadastraal stelsel wordt opgezet. Dit laatste
trouwens één uit vele. Want ook in het raam van
de ontwikkelingshulp worden - b.v. in Turkije
en Ceylon - deskundigen ingezet om in verschil
lende landen een zo modern mogelijke land-
administratie te bewerkstelligen.
Ongeacht de geweldige verschillen tussen de sta
ten onderling ten aanzien van de zakelijke rech
ten op onroerend goed (denk alleen maar eens
aan de verschillen te dien aanzien tussen Neder
land en Engeland) heeft men in de landen, waar
de een of andere vorm van registratie door de
Overheid van de vestiging of overdracht van
die rechten bestaat, in het algemeen te maken
met de navolgende grondslagen, zoals dr. Ku-
randt die indertijd formuleerde:
a. het specialiteitsprincipe, waarbij men onder
de specialiteit verstaat de bijzondere, ondub
belzinnige aanduiding van het onderhavige
grondstuk;
b. het boekingsprincipe, waaronder men in be
paalde landen (b.v. Duitsland, Nederland,
Oostenrijk, Zwitserland, de landen met een
Torrensstelsel e.d.m.) het beginsel verstaat,
dat géén wettige overdracht van deze rech'.en
plaats vindt, wanneer niet de inschrijving
van de overeenkomst in het „Openbaar Re
gister" of de inboeking ervan in het Grond
boek is gerealiseerd;
c. het toestemmingsprincipe, waaronder het be
ginsel wordt verstaan, dat uit de schrifturen
de toestemming tot de overdracht van het
zakelijk recht moet blijken van degene, die
tot dan toe de houder van deze rechten was;
d. het publiciteitsbeginsel, hetwelk in het alge
meen inhoudt dat de registers, waarin de
vestiging of overdracht van de hiervoor be
doelde rechten wordt geregistreerd, open
bare registers zijn welke door een ieder kun
nen worden ingezien, hetzij mét hetzij zón
der de restrictie dat men een bepaald zake
lijk belang bij de inzage moet kunnen aan
tonen.
Het belangrijkste aspect van deze grondslagen is
voor het grote publiek wel het specialiteitsprin
cipe. Voor de gebruiker van de landadministra
tie is het immers van het meeste belang, dat men
233