Om aan deze eisen te voldoen was het nodig:
1de afstanden in veelvouden van 24 m met
invardraden te meten;
2. als vaste punten stevige palen met inge
storte, nastelbare meetmerken te gebruiken.
Verzekering en aard vaste punten
De palen bestaan uit rioleringsbuizen, diameter
30 cm, opgevuld met beton en wapening tot 10
cm onder de rand. Het merk moest een nastel
mogelijkheid houden van ongeveer 1 cm in
noord-zuid en 2 cm in oost-west richting, om
dat men hier te maken heeft met de procedure:
1. voorlopig uitzetten,
2. nauwkeurige lengte- en richtingsmeting,
3. aanbrengen van correcties,
4. nogmaals meten en eventueel corrigeren.
Tevens moest in verband met de nauwkeurig
heid altijd geleide centrering mogelijk zijn.
Een oplossing is gevonden in een uitgefreesde
messing grondplaat met pootjes waarmee de
plaat wordt ingestort. Over de plaat kan een
bus (hart bus stelt het eigenlijke punt voor)
met twee lippen schuiven. De lippen worden
op de opstaande kanten van de grondplaat ge
klemd door twee strippen met imbusbouten
(afb. 4).
Het meetmerk werd in de kop van de paal ge
stort met behulp van een stelmal die vanaf een
vorige paal op afstand en richting werd gesteld
(afb. 5).
De mal werd zodanig aangebracht dat de
grondplaat horizontaal en de zijden oost-west
waren gericht, daar anders in het eerste geval
de afleesstiften voor de lengtemeting niet lood
recht in de bus stonden en in het laatste geval
bij grote afstandscorrecties ook weer aligne
mentscorrecties zouden optreden.
Als aanstortspecie is gebruik gemaakt van een
mortel bestaande uit twee componenten hars
en zand.
Bij ieder merk behoren twee aanslagmaten, één
voor de noord-zuid richting en één voor de
oost-west richting, die bij iedere correctie voor
die richting worden gewijzigd. Met aanslag-
maat wordt bedoeld de afstand tussen buiten
zijde bus en binnenzijkant opstaande grondplaat.
5. De stelmal
4. Paalkop met meetmerk
6. Paalkop met richtmerk.
222