4. De programmeringsfase bestaat uit het ver
talen van de gegevens uit het systeemontwerp
in voor de computer verstaanbare taal. Het
resulteert in het programmadossier, dat een vol
ledige documentatie bevat van het program-
meringswerk. Bovendien stelt de programmeur
een instructie samen met alle aanwijzingen
nodig voor een goede verwerking van het pro
ject op de computer.
5. De testfase wordt ingeleid door het samen
stellen van testsets, die alle denkbare voorbeel
den moeten bevatten, die in de praktijk kunnen
optreden. In deze fase moeten ook de instruc
ties voor het bedrijf samengesteld worden,
waarin omschreven staat in welke vorm voort
aan de gegevens opgesteld moeten worden,
welke organisatievorm er voortaan gehanteerd
wordt, voorbeelden met te bezigen formulieren,
enz.
6. Aan de invoeringsfase kan een periode van
schaduwdraaien vooraf gaan, waarbij een ge
deelte van de produktie van het project door
de computer wordt gedaan, terwijl de oude
methode blijft gehandhaafd. Hierna worden de
resultaten van het oude en nieuwe systeem
vergeleken.
De invoeringsfase begint, als blijkt, dat na de
nodige revisies het nieuwe systeem voldoet.
Alle oude gegevens moeten worden omgezet
naar de nieuwe media. Dit is soms heel een
voudig als het oude systeem reeds in machinaal
leesbare vorm aanwezig is. De conversie kan
ook een gigantisch project zijn waar enkele
jaren mee gemoeid zijn.
1-5 De werking van het rekencentrum
In de rekenafdeling komt het werk binnen,
meestal in de vorm van ponsdocumenten. Is de
vorm en inhoud door de afdeling controle en
coördinatie in orde bevonden, dan worden de
gegevens verponst en gaan ze naar de werk
voorbereider. Worden in het werk onvolkomen
heden ontdekt voor of tijdens het ponsen, dan
zal de coördinator dit in eenvoudige gevallen
verbeteren en overigens de fouten bespreken
met, of terug sturen aan de opdrachtgever. De
werkvoorbereider verzamelt alle input voor een
bepaalde opdracht (job). Hij maakt een plan
ning op korte termijn om al het aangeboden
werk zo goed mogelijk op tijd klaar te krijgen.
Doorgaans zal een aangeboden opdracht begin
nen met een controlerun met behulp van een
screeningsprogramma, d.w.z. een programma
waarin zoveel mogelijk alle fouten opgespoord
worden, die zich in de invoergegevens bevin
den. Dit kunnen ponsfouten, decimaalfouten,
onmogelijkheden, codeerfouten e.d. zijn. Na
verbetering van deze op lijsten afgedrukte fou
ten via de controleafdeling komt meestal een
tweede controlerun. Hierbij worden allerlei
proefberekeningen gemaakt waarbij niet slui
tende voorwaarden worden uitgelijst. Pas als
alle invoer foutloos schijnt, vindt de eigenlijke
verwerking plaats. Vaak komt hier ook een
lijst met tolerantieoverschrijdingen en onwaar
schijnlijkheden tevoorschijn, die door de des
kundigen van de opdrachtgever nagekeken
zullen worden om mogelijke fouten op te spo
ren. In fig. 4 ziet u een vereenvoudigd schema
van de informatiestroom in het rekencentrum.
De zo verkregen resultaten vertonen een hoge
mate van betrouwbaarheid. In de praktijk zal
het onmogelijk blijken alle menselijke fouten
bij het opstellen der invoergegevens te onder
vangen. De mensen van de controleafdeling
zullen samen met de mensen die de gegevens
opstellen en de resultaten gebruiken, waarde
volle inlichtingen kunnen verstrekken om de
werkwijze op allerlei punten te vervolmaken.
Periodiek zullen afwisselend kleine en grote
revisies nodig zijn om een eenmaal werkend
systeem up to date te houden.
1-6 De personele opbouw van het
computercentrum
De personele opbouw van het computercentrum
is schematisch weergegeven in fig. 1.
In de computerzaal werken de operators. De
vooropleiding is minimaal MAVO, bovendien
moeten dit mensen zijn met een speciale aan
leg. Ze zullen de machine zo moeten bedienen,
dat zo weinig mogelijk storingen optreden en
afdeling
computer
opdrachtgever
productlestroom
■- interne informatiestroom
foutencorrectie procedure
Fig. 4. Informatiestroomschema binnen het
computercentrum.
270