In het bovenstaande schema is de gehele gang
van zaken geschetst zoals die nu gebruikelijk is.
Hieruit blijkt nogmaals, dat met de onbetrouw
baarheid a(l, met het onderscheidingsvermogen
met de opbouw van zijn puntsbepaling en
met zijn meetinstrumentarium de landmeter de
beschikking heeft gekregen over een stuk ge
reedschap waarmee hij in staat is zijn opdracht
gever te wijzen op de gevolgen voor hem van
zijn mectuitkomsten.
LITERATUUR
301
PROJEKT
VOORBEREIDING
BEOORDELING
OVERMETEN
METING
VEREFFENING
KANSMODEL
VERKENNING
STANDAARD
ELLIPSEN
VOORWAARDE-
MODEL
GRENSWAARDEN
WAARNEMINGEN
PUNTSBE PALINGS
METHODE
INSTRUMENTARIUM
MEETMETHODE
STATISTIEK
ke^ZE a0.Po
TOETSING
1gehele net
2) per waarneming
[1] Wijvekate, M. L. - Verklarende statistiek; Aula
39, Utrecht 1969.
[2] Moroney, M. J. - Feiten uit cijfers; Marka 71,
Utrecht 1967.
[3] Sieben, J. W. en Munck, H. Ade - Toegepaste
statistiek A; Handleiding T.H. Delft.
[4] Baarda, W. - Statistics: A compass for the land
surveyor; Xllth International Congress of Sur
veyors, London 1968.
[5] Baarda, W- Statistical concepts in Geodesy; Ne
therlands Geodetic Commission, Publications on
Geodesy, New Series, Vol. 2 No. 4, Delft, 1967.
[6] Baarda, IV. - A Testing Procedure for use in
Geodetic Networks; Netherlands Geodetic Com
mission, Publications on Geodesy, New Series,
Vol. 2, No. 5, Delft, 1968.