Kringnetten door ir. J. Polman, ingenieur Ie klasse van liet Kadaster, werkzaam bij het Centraal teken- en opleidingsbureau van het Kadaster te Apeldoorn. Inleiding Kringnetten komen de laatste tijd steeds meer in de belangstelling. Bij het Kadaster worden bijna alle paspuntbepalingen voor luchtkaarte- ring uitgevoerd door de meetkundige grondslag volgens deze methode te bepalen. Wat zijn nu eigenlijk kringnetten? In feite zijn kringnetten polygoonnetten, die integraal ver effend worden volgens de methode der kleinste kwadraten. Uit deze nieuwe rekenmethode zijn regels voor de opbouw van het net voortge komen, die afwijken van de verkenningsregels voor polygonen in de HTW 1956. De nieuwe methode is ontstaan na jarenlange theoretische onderzoekingen door prof. Baarda. Deze onderzoekingen richtten zich op de relatie tussen hoeken en lengteverhoudingen, en de inschakeling van een wiskundig model op fysi sche grootheden. Eén van de belangrijkste facetten van dit onderzoek was de toepassing van moderne toetsingsmethoden. De resultaten van het onderzoek konden aan vankelijk nauwelijks worden toegepast in de praktijk door de omvangrijke berekeningen, die er aan ten grondslag liggen. Door de intrede van de computer konden deze moeilijkheden na jarenlange programmeringswerkzaamheden worden opgelost. Een en ander resulteerde in een nieuwe puntsbepalingsmethodiek, die wordt aangeduid met de naam Kringnetten. Kenmerken van kringnetten In figuur 1 is een voorbeeld gegeven van de opbouw van een kringnet. U ziet een aantal aaneengesloten kringpolygonen, aangevuld met een aantal voorwaartse snijdingen. De R.D.- punten zijn hierin opgenomen als polygoonpunt door middel van een excentrische opstelling of zij worden voorwaarts ingesneden vanuit een aantal polygoonpunten. Afsluitrichtingen ko men in dit systeem niet voor. Kenmerkend voor de methodiek is nu, dat het net in een eerste fase in zichzelf vereffend wordt, onafhankelijk van een coördinatenstel sel. Coördinaten van R.D.-punten of andere punten, die bij vroegere metingen zijn bepaald, worden in deze eerste fase vereffening niet be trokken. Alleen de eigen waarnemingen, waar van men de nauwkeurigheid vrij goed kan be schrijven, worden in de eerste fase vereffening opgenomen. Dit heeft het zeer belangrijke voor deel, dat een zinvolle toetsing kan worden uit gevoerd. Een goede toetsing immers is alleen mogelijk, als een betrouwbare standaardafwij king van de waarnemingen bekend is! De toegepaste toetsingsmethode geeft voor elke waarneming een grenswaarde en een toetsings grootheid. Met behulp van deze grootheden kan worden beoordeeld of de verkenning en meting aan de gestelde eisen voldoen. In figuur 1 is voor elke waarneming de bijbehorende grenswaarde aangegeven. Als afsluiting van de eerste fase vereffening wordt een coördinaten- berekening uitgevoerd met behulp van de ver effende waarnemingen, uitgaande van een wille keurige basis. Het geheel wordt via een gelijkvormigheids transformatie aangesloten aan twee gegeven R.D.-punten. In de overige aansluitingspunten blijven rest- verschillen bestaan, die een indicatie kunnen geven over de betrouwbaarheid van de aan sluitingspunten. Deze restverschillen moeten uiteraard nog weggewerkt worden, dus het tot nu toe homogene net moet worden vervormd. Daartoe worden de gegeven coördinaten als waarnemingen beschouwd met een standaard afwijking van nul. In de vereffening krijgen deze waarnemingen dan ook een correctie nul. Tezamen met de gemeten grootheden worden nu voorwaardevergelijkingen opgesteld, die worden toegevoegd aan de voorwaardevergelij kingen in de eerste fase. Een gezamenlijke ver effening levert tenslotte de definitieve coördina ten. Men zou de gegeven coördinaten kunnen toet sen door ze niet een standaardafwijking nul te geven, doch een standaardafwijking, gebaseerd op de formule d 3 yf L -j- 0,05. In de praktijk wordt dit niet meer gedaan, omdat deze toetsing niet erg gevoelig blijkt te zijn. Momenteel wordt bij het Laboratorium voor Geodetische Rekentechniek geëxperimenteerd met een vervangingsmatrix, die een betere be schrijving geeft van de kansverdeling der R.D.- 302

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1970 | | pagina 14