INSTRUMENTEN Verdichting meetkundige grondslag door middel van fotogrammetrie Samenvatting van de voordracht met lichtbeelden door ir. H. L. van Gent, hoofd van de Fotogrammetrische dienst van het Kadaster te 's-Gravenhage. Spreker behandelt eerst het opstellen van een vliegplan annex signaliseringsplan, daarbij aan dacht schenkend aan een aantal factoren die in dit verband van belang zijn: gewenste kaart- schaal, fotoschaal, te gebruiken camera, rich ting van de vliegstroken, eventuele nauwkeurig heidseilanden, afgrendeling van het fotogram- metrisch object met terrestrisch te bepalen punten. Voorbeelden worden gegeven van signalisering van punten, met een opsomming van de soorten van punten die voor signalisering in aanmer king komen. De atmosferische omstandigheden die kunnen leiden tot „lang wachten op het fotovliegtuig" worden uitgebreid behandeld. Na deze inleiding wordt aan de hand van sche ma's een overzicht gegeven over de verschillen de werkfasen, waarin het totaal gebeuren dat onder de benaming „verdichting meetkundige grondslag door middel van fotogrammetrie" wordt vervat, kan worden gesplitst. Achtereenvolgens komen aan de orde: de ad ministratieve voorbereiding (opstellen van een blokschema, nummering en codering van pun ten), de technische voorbereiding (puntsover- dracht), de meting van plaatcoördinaten met behulp van comparatoren, de modelberekening, de blokvereffening, het opsporen en het her stellen van fouten in de berekeningen. Duidelijk wordt gesteld dat de computer niet de kans krijgt er „maar op los te rekenen", maar dat in de rekenprogramma's veiligheden zijn inge bouwd, die als het ware „een rood lampje doen branden", zodra ergens iets mis is. In de prak tijk bemerkt de fotogrammeter die het reken werk begeleidt een en ander direct, doordat be halve de rekenresultaten ook overschreden to- leransen e.d. door de computer worden uitge schreven. Voorts wordt een indruk gegeven van de nauw keurigheid die met fotogrammetrische nets- verdichting kan worden bereikt. Ruim dertig dia's tonen o.m. de instrumenten en de appa raten die in het gehele proces een rol spelen. In het Tijdschrift voor Kadaster en Landmeet kunde, 84e jaargang, pag. 3-26, is van de hand van ir. Van Gent de bijdrage „Organisation der analytischen Photogrammetrie beim niederlan- dischen Kataster" opgenomen, die uitvoerig het belangrijkste deel van het in Utrecht behan delde weergeeft. Belangstellenden worden hier naar verwezen. WILD DISTOMAT In Geodesia 1970-7/8 werd op blz. 240 e.v. aandacht besteed aan het jaarverslag CCC, CD en SBL over 1969. Uit dit verslag namen wij het gedeelte „Kadastraal ruilverkavelingswerk" over. Hierin werd op blz. 241 ten aanzien van de Wild infrarood afstandmeter Distomat ver meld: „Deze laatste instrumenten hebben een meetbereik van 400 m". Dit is onjuist. Het meetbereik is 1000 m; terwijl onder zeer gun stige omstandigheden afstanden tot 1700 m zijn gemeten. Waarschijnlijk heeft de auteur, na de Geodi- meter genoemd te hebben, die bij het Kadaster gebruikt wordt voor de bepaling van kringnet- ten, het gebruik van de Distomat bij de kada strale ruilverkavelingsdienst primair gezien voor de detaiimeting. Men kan daarbij met één enkel voudige jalonreflektor inderdaad afstanden tot 400 m meten. Bij gebruik echter van een GDR2 (een reflektor bestaande uit zes prisma's), ge plaatst op de GDR 11 (een reflektor bestaande uit drie prisma's), kan men afstanden meten tot 1000 m. Ter voorkoming van misverstanden en in het belang van een goede informatie, meenden wij er goed aan te doen op het betreffende bericht uitvoeriger in te gaan. REDACTIE 309

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1970 | | pagina 21