aanvaarde normen ontbreken. Een andere reden
om zich aan de HTW-normen te houden vindt
men terug in de samenwerkingsovereenkomsten
die vele diensten met het kadaster sloten. In
deze overeenkomsten wordt door het kadaster
de eis gesteld, dat alvorens puntsbepaling
plaatsvindt, het plan van uitvoering ter goed
keuring moet worden voorgelegd. De landmeter
van het kadaster zal dit plan aan de HTW
toetsen.
Voorbereiding
De HTW eist dat men zich tevoren op de
hoogte stelt van de aanwezigheid van grondslag
in het te meten terrein en dat men zich een
indruk vormt over de nauwkeurigheid van deze
grondslag. Dit lijkt logisch, maar is een groot
praktisch probleem, want waar vindt men een
goed overzicht van de aanwezige grondslag?
Hoe omvangrijk dit probleem kan zijn, blijkt
wellicht het duidelijkst uit een praktijkvoor
beeld. Dit voorbeeld betreft de kruising van de
Provinciale Weg S 001 met de E-8 ten noorden
van Barneveld. Op het moment, dat de Pro
vinciale Waterstaat (PW) situatiemetingen zou
gaan verrichten, was in het betrokken gebied
reeds grondslag aanwezig van de KNHM, de
NS, het Kadaster en RWS. Nadat de PW deze
grondslag waar nodig verdicht had, liet de ge
meente Barneveld door de Landbouw Hoge
school in dit gebied een aantal hoofdpunten
bepalen door middel van de circuitmethode.
Het belang van een goede coördinatie van alle
metingen ligt in een dergelijk geval voor de
hand, immers het geheel van uit te voeren
civiel-technische werken moet nauwkeurig op
elkaar zijn afgestemd en er vindt een frequente
uitwisseling van gegevens en kaartmateriaal
plaats. Niettemin is het duidelijk dat het een
zeer tijdrovende zaak is, zich niet alleen te
verdiepen in de aanwezigheid maar bovendien
in de kwaliteit van de punten. Meestal heeft
men uit ervaring een indruk van de nauwkeu
righeid, waarmee de betrokken diensten meten.
Deze eigen ervaring kan men vergelijken met
die van anderen, waarna men de verkenning
zodanig opzet, dat hier en daar controle moge
lijk is. Vaak zal men er voor zorgen, dat twij
felachtige punten herberekend kunnen worden.
Wanneer men uitdrukkelijke fouten constateert,
zal men trachten dit samen met de betrokken
dienst op te lossen.
Archivering
Het zou, terugkomende op mijn vraag waar
men een goed overzicht van alle aanwezige
grondslag vindt, een ideale en efficiënte situatie
zijn, wanneer één instantie alle gemeten grond
slag registreerde. Wanneer men denkt aan de
centrale registratie van de hoogtemerken door
de Meetkundige Dienst van Rijkswaterstaat, ziet
men een goed voorbeeld van een soortgelijke
registratie.
In dat voorbeeld worden alle binnenkomende
gegevens vastgelegd op topografische bladen
1 50.000 en bijbehorende stencils. De wijzi
gingen worden regelmatig aan de abonnees
doorgegeven. Het net van hoofdpunten wordt
bovendien regelmatig gecontroleerd. Voor het
vaste puntennet lijkt het Kadaster voor velen
de aangewezen instantie die de punten zou
moeten registreren, omdat deze dienst een cen
trale plaats tussen de diverse landmeetkundige
diensten inneemt. Een duidelijk bezwaar is
echter de geringe belangstelling van het Kadas
ter voor het vaste puntennet in grote delen
van het land. In de praktijk vloeit dit waar
schijnlijk voort uit het feit dat het Kadaster
voor haar normale werkzaamheden weinig ge
bruik maakt van in coördinaten bekende vaste
punten. In het aanschrijven aan de hoofden
van diensten, waarin het R.D.-net en het hoofd
punten-net aan de orde gesteld worden, wordt
vrijwel voorbijgegaan aan het probleem van
een goede registratie van de niet-hoofdpunten.
Zonder hier verder op in te gaan wil ik u een
voorbeeld beschrijven van een registratie die in
de praktijk goed voldoet. De vaste punten wor
den op topografische bladen 1 10.000 aan
gegeven; de punten zijn per blad telkens vanaf
101 doorlopend genummerd. Een kaartsysteem
per punt verwijst naar de plaats waar bereke
ningen, aanmetingen en coördinatenlijsten zijn
opgeborgen. De aanmetingen zijn in groepjes
van vier op veldwerkpapier getekend, waardoor
zij evenals de coördinatenlijsten gemakkelijk
reproduceerbaar zijn met behulp van een licht
drukmachine. Het 10.000-blad geeft een over
zicht van de punten, het kaartsysteem geeft
vlot toegang tot alle gewenste verdere infor
matie.
Het terugvinden in het terrein
Heeft men vastgesteld welke diensten reeds
grondslag in het betrokken terrein hebben en
heeft men zoveel mogelijk aanmetingen, coördi
natenlijsten en veldwerken verzameld, dan zal
men trachten de punten in het terrein terug te
vinden. Dit is doorgaans een zeer tijdrovende
zaak, samen met het verzamelen van de ge
wenste gegevens zó tijdrovend, dat men in de
292