In de ponskaartlezer wordt geconstateerd welke posities geponst zijn en welke niet. De controler herkent welke code geponst is en deze code wordt in een zes of acht bits code omgezet. Daarna gaat de informatie in deze laatste code- vorm naar de CVE ter verwerking. Deze con troler of besturingseenheid is meestal een aparte eenheid en is in wezen een kleine zelfstandig opererende computer, die de gegevens naar en van de kaartlezer stuurt, vertaalt en weer juist gegroepeerd in het vereiste tempo doorzendt. Ook kan er een ponskaartponser als rand- apparaat in een computerconfiguratie opgeno men worden, die gegevens in ponskaarten kan ponsen of in bestaande, gedeeltelijk reeds ge ponste kaarten bij kan ponsen, om in een vol gende bewerkingsgang ergens weer te worden gebruikt. Er zijn verder talrijke combinaties in gebruik, waarbij de ponskaart tevens gedeelte lijk door de computer bedrukt kan worden met resultaten, of waarin de kaarten en groepen worden geselecteerd. Het lezen kan gebeuren met een snelheid van ±600 en het ponsen met ±150 kaarten per minuut. Een ander veel gebruikt invoermedium is de ponsband (papertape). Het is een papieren band, waarin een spoor transportgaatjes en een vast aantal sporen aanwezig zijn, waarin gaatjes ge ponst kunnen worden. Loodrecht op de lengte richting van de band kunnen evenveel gaatjes als sporen boven elkaar geponst worden. Zo'n aan tal bij elkaar horende gaatjes noemt men een frame; er zijn systemen met vijf, zeven en acht kanalen. Een kanaal is hier een lijn in de lengte richting van een ponsband waarin gaatjes kun nen worden geponst. Iedere firma heeft zijn eigen voorkeur zodat talloze codes voorkomen, een zeer ongewenste toestand. De papertape wordt vooral daar toegepast, waar een meet- of registreerapparaat staat dat een min of meer continue stroom informatie produceert. Een normale snelheid van lezen voor ponsband is 500 tekens per sec.; het ponsen kan ge beuren met een snelheid van 150 tekens per sec. In fig. 8 ziet U een stukje vijf kanalen- ponsband. Een steeds meer toegepast medium is de mag netische band. De apparaten waarmee deze mag netische banden van informatie voorzien kun nen worden en waarmee deze weer gelezen 326 kunnen worden zijn duur, doch zoals we zullen zien biedt deze methode vele voordelen. Een magneetband ziet er ongeveer eender uit als een band van een bandrecorder, met dien verstande dat hij tweemaal zo breed is. De spoelen hebben een diameter van IOV2 inch- Ook hier vinden we sporen en frames. Het meest gangbare type machine produceert op een magneetband negen sporen met een dicht heid van 800 frames op een inch. Per frame bevinden zich negen eventueel te magnetiseren plekjes boven elkaar waarvan er acht gebruikt worden om een byte te bevatten en de 9e wordt gebruikt voor controle-doeleinden. De snelheid waarmee de computer zijn gegevens van de band kan lezen of er op kan schrijven, kan 60 000 characters per seconde zijn. Hier wil ik er op wijzen dat de zogenaamde through put, dit is het gemiddelde van de hoeveelheid gegevens die de computer ingaat en na bewer king weer uitgaat, vele malen kleiner is, afhan kelijk van wat er met deze gegevens moet ge beuren. De snelheid van de magneetbandeenheid is vele tientallen malen sneller dan de tot dusver be sproken in- en uitvoerapparaten. Als men be denkt dat de snelheid van een computer in hoge mate wordt bepaald door de in- en uitvoer van Fig. 8. 5-kanalen papierponsband. Fig. 9. Magneetbandeneenheden.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1970 | | pagina 6