Landmeten en waterpassen Tijd: 11/2 uur Opgave 1 Ter bepaling van de afstand en het hoogtever schil tussen twee punten P en Q staan een se- cunden-theodoliet en een basis-afstandsbaak van twee meter lengte ter beschikking. Beschrijf hoe de meting wordt ingericht en hoe de berekening verloopt van de horizontale af stand en het hoogteverschil tussen P en Q, in de volgende twee gevallen: a. de afstand PQ is ongeveer 70 meter en Q ligt ongeveer 10 meter hoger dan P; b. de afstand PQ is ongeveer 250 meter en Q ligt ongeveer 20 meter lager dan P. Opgave 2 a. Noem de foutenbronnen, die aanleiding ge ven tot het ontstaan van een hoek-sluitterm (f«) bij de meting en berekening van de hier boven geschetste, aan beide zijden volledig aangesloten veelhoek AEFC. b. Licht in het kort toe, hoe het veelhoekspunt, waarin een abnormale fout in de hoekmeting is gemaakt, kan worden opgespoord. c. Licht in het kort toe, hoe een zijde, waarin een abnormale fout in de lengtemeting is gemaakt, kan worden aangewezen. Opgave 3 De punten van een meetkundige grondslag wor den vaak verklikt door middel van boutjes, die geplaatst worden in gevels van gebouwen. Deze boutjes worden dan in coördinaten bepaald. In de bovenstaande figuur, schaal 1:1000, is V zo'n verklikker en A een veelhoekspunt, dat bij de aanleg van een bestrating is gestoord (de oorspronkelijk geplaatste ijzeren buis is ver dwenen) en dat moet worden gereconstrueerd. B is een ander, nog wel in het terrein terugge vonden veelhoekspunt. Verklaar, hoe men bij het uitzetten van het veel hoekspunt A te werk gaat. De hierbij uit te voeren metingen en toe te passen berekeningen kort toelichten. Opgave 4 Vanuit vier, in hoogte ten opzichte van N.A.P. bekende peilmerken I t/m IV zijn doorgaande waterpassingen uitgevoerd naar een als knoop punt in hoogte te bepalen bout K. De gegevens en de meetresultaten zijn samen gevat in de volgende tabel: I 7.701 1247 2,5 II 11.020 *7947 5,2 III 9.645 *9311 3,7 IV 8.503 0433 1,2 Bereken de hoogte van het knooppunt K ten opzichte van N.A.P. 368 afstandsdraden afstand punt baakaflezing hoogte opmerkingen boven onder achter voor t.o.v. N.A.P. hoogte vizierlijn 0256 0006 steen 4 0131 30.40 2.87 kant vijver 30.40 3.18 kant vijver 31.90 3.45 bodem vijver 35.60 3.63 bodem vijver 3.18 water 39.30 3.48 bodem vijver 40.80 3.26 kant vijver 40.80 2.96 kant vijver 49.30 0.80 bovenkant talud 51.50 0.65 hek 53.20 0.87 kant weg, klinkers 0.76 midden weg klinkers 57.20 0.85 kant weg klinkers Bx Gemeten naar knooppunt K Hoogte- Afstand Peilmerk Hoogte in N.A.P. verschil in km

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1970 | | pagina 20