AANDACHT VOOR
in 1596 op een formaat 100x200 cm en later
door Willem Blaeu als wandkaart 1644 uitge
geven onder de titel: Nova Africaeapud
Petrum Verbist; dan nog Europa, Azië, Ameri
ka, België, Portugal en een wereldkaart van
Ortelius; 2) Een werkje: Introductio Geographi-
ca in tabulus Europae, Asiae, Africae Ame-
ricae 1595; 3) de atlas Speculum orbis terrae
1593 van de wed. en erven Gerard de Jode,
adres: apud Coninx, Antwerpiae. De 4 wereld
deel-kaarten zijn aangevuld, en in luxe uitvoe
ring verzorgd door de zoon; de basis is gelegd
door de vader; 4) een kaart van de vier elemen
ten, in 4 bladen van 30 x 38 cm, volgens de
latijnse tekst vroeger van Siliba, van welke
slechts reprodukties bekend zijn.
Na de dood van Cornelis de Jode in 1600 kwa
men de platen van vader en zoon in handen van
Jan Baptiste Vrients, de man van de atlas Ger-
mania Inferior 1603, van welke een exemplaar
berust in de U.B. te Amsterdam, dezelfde ook,
die Ortelius' Theatrum uitgaf. Nog later (1612)
zijn die stukken in het bezit van Jan Moretus
(Morentorf), uit welk geslacht ook de man
stamt, die als laatste bezitter van de Plantijn-
drukkerij het gebouw afstond aan de stad Ant
werpen, nu bekend als het Plantijn-Moretus-
museum.
Als wij denken aan de vlucht van zovelen uit
het 16e eeuws België (Mercator 1544, nauwe
lijks aan de dood ontsnapt, Hondius uitgeweken
naar Londen, Amsterdam vol met kartografen
uit het Zuiden), dan mogen wij aannemen dat
Gerard de Jode geen last had van de strengheid
der toenmalige autoriteiten en evenmin trouwens
Plantijn, die alle, Spanje onwelgevallige, ge
schriften en kaarten afwees
LITERATUUR
12
RUILVERKAVELING BIJ OVEREEN
KOMST
In de memorie van toelichting op de Landbouw
begroting 1971 heeft de minister van Land
bouw en Visserij aangekondigd, dat bezien zal
worden hoe met een eenvoudige regeling kavel
ruil en perceelsvergroting met overheidshulp tot
stand zijn te brengen via ruilverkavelingsover
eenkomsten, genoemd in de Ruilverkavelingswet
1954. Landbouwbedrijven kunnen dan door on
derlinge uitruil en herindeling van gebruiksper-
celen tot economisch beter grondgebruik komen.
Na beraad in de Centrale Cultuurtechnische
Commissie is thans de regeling ontworpen en
vastgesteld. Voor een vlot verloop is het nood
zakelijk de omvang van deze ruilverkavelings
overeenkomsten te beperken. Gedacht wordt
aan 3-10 deelnemers per overeenkomst. In be
ginsel komt het gehele landbouwareaal voor dit
soort overeenkomsten in aanmerking, met uit
zondering van de IJsselmeerpolders en de ruil
verkavelingen in uitvoering. Kan kavelruil op
zichzelf reeds tot perceelsvergroting leiden, een
verdere perceelsvergroting is eveneens op grond
van de Ruilverkavelingswet bereikbaar. Door
het inbrengen van een geldsom kunnen gega
digden n.l. aan een ruilverkavelingsovereen-
komst deelnemen en aldus kavels toegedeeld
krijgen. Omgekeerd kan de deelnemer ook geld
in plaats van grond ontvangen, waardoor de mo
gelijkheid ontstaat via de overeenkomst het be
drijf te beëindigen. Verder kan dit ook ge
schieden in combinatie met andere overheids
regelingen, zoals de afkoop van toedelingsrech
ten en de beëindigingsregeling van het Ontwik-
kelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw.
De ambtelijke hulp voor het ontwerpen en
verder uitwerken van deze overeenkomsten zal
kosteloos worden verleend. Wanneer op de ka-
P/anh/n-archieven.
Dr. J. Denucé, Oud-Nederlandse kaartmakers in be
trekking tot Plantijn.
Pr. Verheijden, Drukkersoctrooien in de 16e eeuw,
art. in: Tijdschr. v. Boek- en Bibl. wezen, dl. VIII
(1910).
Pinchart, art. in: Archives des Arts, t.I-206 en 1.11-73.
Ferd. v. Ortroy, L'oeuvre cartographique de G. et de
C. de Jode, Gand 1914.
Ph. Romboutse et Théod. van Lerius, Les liggeren et
autres archives hist, de la gilde Anversois de S. Luc.,
2 dln. (44e fascicule fac. de Phil, et lettres).
P. Génard, Les grandes families artistiques anversoise,
art. in: Revue d'hist. et d'arch., 1859, t.I.
Dr. Alfred von Wursbach, art. in: Niederl. Künstler-
lexicon, 1906, t.I, blz. 758.
J. F. Niernieijer, Zur Geschichte der Kartographie in
den drei vorighen Jhr., art. in: Progr. Erasm. Gym
nasium Rotterdam. 1893 - 1894.
Leiewei, Géographie du moyen age, T.II.
Wauwermans, Hist, de l'école cart, beige et anversoise,
t.II.
Ph. Rombonts, Certificats délivrés aux imprimeurs
des Pays-Bas par Plantin, Anvers 1881; als no. 10 op
genomen in de uitgaven der Antw. bibliophilen.
L. Galesloot, Admission du graveur G. de Jode en
qualité d'imprimeur d'images, art. in: Le bibliophile
beige, Bruxelles 1869, blz. 179.
Octrooi-teksten in art. in: Bulletin du Bibliophile
Beige, t.XII, blz. 73.
Leo Bagrow, Meister der Kartographie, 1963.