a- J ïm.dx f xdx c" J-Tdx Vakcursus voor technisch ambtenaar van het kadaster TENTAMEN 1970 Kadaster Tijd: 1 uur 1. Wat zijn cultuurpercelen, waarom leveren deze soms grote moeilijkheden op en hoe zou u deze moeilijkheden kunnen vermin deren? 2. In welke gevallen dient tot vernieuwing van het kadaster te worden overgegaan? 3. Welke functie heeft het kadaster op pri vaatrechtelijk en welke op publiekrechtelijk terrein? 4. Op welke procedure lijkt die welke de Staatscommissie inzake het kadaster heeft ontwikkeld bij de vernieuwing van het ka daster en waarom? 5. Vindt u de administratie betreffende de erfdienstbaarheden op het hypotheekkan toor bevredigend of niet? (motiveer uw ant woord). 6. Wat verstaat u onder een leidingenkadaster? Hogere wiskunde Tijd: 2i/2 uur 1. Bepaal het differentiaalquotiënt van de vol gende functies: a. y In In sin b. y arc cos VI - x- c. y In (x VI *2) d. *ln y y\nx 1 e. y sin*" 2. Gegeven is de functie 5y *5 5*4 5x3. Bepaal de aard en de grootte van de uiterste waarden. 3. Bereken de volgende integralen: f *3+*2 4*-2 b" J x* a* f ln* d. f ex sin*d* sin5* e' I cos7* 4. Gegeven zijn de krommen: y2ax a2 0 (1) y24a* 16a2 0 (2) y2—9a*8la2 0 (3) aBepaal de oppervlakte van het door de drie krommen ingesloten gebied dat boven de *-as ligt. b. Bepaal de tangens van de hoek die de krommen (1) en (3) in hun snijpunt (boven de *-as) maken. 5. Toon aan dat y" voor de functie y2 2 px. Analytische Meetkunde Tijd: 3 uur 1Gegeven is de kromme 2*23*y 3y2 7y+l 0. Wat is de aard van de kromme? 2. Gegeven zijn de punten P(0,a) en 0(0,b) a en b zijn beide positieve getallen). Een veranderlijk punt R beweegt zich langs de *-as. Uit 0 laat men een loodlijn OS op QR neer. Bepaal de vergelijking van de ver zameling der snijpunten van OS en PR. 3. De vergelijking *4wc3 (3a b)x-(2a 5 b +c)* 24 0 heeft wortels x1 1 en *2 2; bovendien is gegeven dat *4*3 1. Bepaal *3 en *4 en ook a, b en c. (Er zijn twee waardenstellen die voldoen.) 4. Gegeven is de vergelijking Ax2 2Bxy Cy2 2Dx 2Ey F 0. Aan welke voorwaarden voldoen de coëffi ciënten A t/m F als achtereenvolgens geldt: a. de kromme gaat door 0, b. de kromme raakt aan de y-as, c. de kromme is een cirkel met middelpunt op de y-as, d. de kromme heeft de *-as als symmetrie- as. 5. Gegeven zijn de ellips *2 4y2 16 en de lijn t met de vergelijking 2y 4 0. a. P is een punt van t en p is de poollijn van P t.o.v. de ellips. 42 y3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1971 | | pagina 10