(m, cm)'2 Ta L- 4 Z'
l aL- b [/]-^p-+4 q-+2 dL-
(m, cm)'2 4 Z3 L3
Z W |Jj2 [/]3
Toets deze sluittermen voor gebied 2 en 3 en
trek Uw conclusie daaruit.
5. Puntsbepaling
In nevenstaande figuur zijn A en B in coör
dinaten bekende punten.
PenQ moeten door richtingsmeting worden
bepaald.
De punten A, B, P en Q stellen kerktorens
voor.
Aan de opzet, de vierhoek ABPQ met dia
gonalen te meten, kan niet rechtstreeks wor
den voldaan. De punten P en Q zijn onder
ling niet zichtbaar. De overige, in de figuur
aangegeven punten zijn onderling zichtbaar.
a. Geef in de figuur de richtingen aan die
gemeten moeten worden om de oor
spronkelijke opzet te handhaven.
b. Geef de meetmethoden aan voor de ver
schillende stations, als de hoogste graad
van nauwkeurigheid is vereist en de
coördinatenvereffening met gelijke ge
wichten zal worden uitgevoerd. (Ant
woorden motiveren!)
c. Bereken de elementen voor een indirecte
meting van de diagonaal PQ (en QP).
d. Geef aan op welke wijze U de voorlopige
coördinaten van P en Q zult bepalen.
e. Geef de correctievergelijkingen voor alle
richtingen.
f. Op de stations A, B. P en Q worden
lokale driehoeksmetingen uitgevoerd.
Geef voor de verschillende stations aan
waarom dit noodzakelijk is.
Landmeten en Waterpassen II Tijd: 2t/2 uur
1a. Verklaar het verschijnsel van de refractie
in haar diverse vormen.
b. Bij welk soort metingen ondervindt men
invloed van refractie en hoe kan men
trachten het effect daarvan op de resul
taten van de diverse metingen te ont
gaan, te elimineren dan wel te corrige
ren.
2. a. Beschrijf kort en bondig de gang van
zaken bij de detailmeting volgens de
voerstraalmethode, gebruik makend van
het DKRT instrumentarium.
b. Waarom wordt deze methode meer en
meer toegepast?
c. Welke nadelen kunnen er, kadastraal
bezien, aan deze methode verbonden
zijn?
3. Geef een korte beschouwing betreffende de
ontwikkeling van afleesmiddelen bij theo
dolieten.
4. a. In welke groepen kan de elektromagne
tische afstandmeting onderscheiden wor
den; noem van elke groep twee voor
beelden.
b. Noem voor- en nadelen van elke groep.
pWATERPASINSTRUMENTEN
(-theis4 van het eenvoudige tot het vol-automatische instrument:
<,'haC" precisie en kwaliteit
meerman-vlaardingen 010-350611
46
OP OQ
OH
•A
lm*