HAAG-STREIT COÖRDINATOGRAFEN
Het meten van de basisafstand
Een belangrijk onderdeel bij de uitvoering van
een centrering is het meten van de basisaf-
stand(en). Men zal een geijkte meetband moeten
gebruiken en als het mogelijk is de meetband
vrij ophangen onder een constante trek van bijv.
10 kg.
Het is echter zo, dat buiten de Rijksdriehoeks
meting vrijwel geen dienst uitgerust is met het
instrumentarium voor het vrij ophangen van
meetbanden. Men zal dus de basispunten naar
de grond af moeten loden en de afstand tussen
deze punten over de grond moeten meten. Bij
het kiezen van de plaats der basispunten zal
men dus rekening moeten houden met de uit
voering van de afstandmeting. Bepaalt men de
afstand met een meetband dan zal men dit
moeten doen bij bedekte lucht, omdat de be
paling van de juiste temperatuur van de meet
band bij zonneschijn zeer moeilijk is. De af
stand kan men ook bepalen met behulp van een
basisbaak. Hoe nauwkeurig men de hoek naar
de uiteinden van de baak moet meten, kan men
afleiden uit de formule van de standaard
afwijking in cm voor een gemeten afstand met
behulp van de basisbaak. Deze is: 0,8 x stan
daardafwijking in de gemeten hoek x lengte 2,
waarbij de standaardafwijking in de gemeten
hoek in dmgr en de lengte in hectometers is
uitgedrukt.
De nauwkeurigheid waarmee de afstand moet
worden gemeten is afhankelijk van de lengte
van de basis en de onderlinge afstand tussen de
in te meten stationspunten. Is bijv. de lengte
van de basis 60 m en de onderlinge afstand
tussen de stationspunten 6 m, dan wordt de fout
in de basis slechts over 1/10 deel overgebracht
op de stationspunten.
Wanneer echter de stationspunten aan weers
zijden van de basis liggen, vergroot zich de fout.
Hiervan het volgende voorbeeld (zie fig. 10).
A °2
In het terrein is het niet meer mogelijk te meten
op het Centrum (bijv. een R.D.-steen of kad.
steen) maar wel op het excentrische punt Pijler.
Om dit punt in coördinaten te bepalen voert
men de centrering uit volgens bovenstaand voor
beeld. De lengte van de basis is 60 m en de
onderlinge afstand tussen Centrum en Pijler is
120 m. In de overbrenging van het bekende punt
(Centrum) naar het onbekende te bepalen punt
(Pijler) zit het dubbele van de fout in de basis
afstand. In dit voorbeeld is het dus duidelijk dat
zowel aan de basismeting als aan de hoekme
ting de uiterste zorg zal moeten worden besteed.
Rechthoekige coördinatografen 1200 X 1200 mm, 550 X 500 mm, 400 X 240 mm.
Poolcoördinatografen, diameter 400 mm. Ruitpuntenmallen.
Coördinatografen met digitale aflezing.
I N G E N I E U R S-B U R E A U KAUFMANN
39
ZWITSERLAND
Centrum
Basis A xH-
V
Pijler
Fig. 10.
Basis B
Alleenvertegenwoordiging voor Nederland:
JOH. VERHULSTWEG 50 SANTPOORT-ZUID
TELEFOON (023) 37 87 53