N.V. GEO-MEETDIENST onderlinge situatie der T-punten. Uit fig. 6 kan worden afgeleid, dat de schaal van dit model gelijk is aan de verhouding der loodlijnen uit L op deze vlakken, nl. Lh en LH. (eigenschap B). Voor de fotogrammetrie volgt uit deze eigen schap, dat de foto zelf een schaalmodel van het terrein vormt, wanneer ten le het gefoto grafeerde terrein vlak is en ten 2e het fotovlak daaraan evenwijdig is gehouden. Wil er sprake zijn van een kaartsituatie op de foto, dan dient het terrein horizontaal te zijn en het fotovlak daaraan evenwijdig. De herleiding tot een kaart op de gewenste schaal is dan slechts een kwestie van schaalverandering. Is het fotovlak niet evenwijdig gehouden aan het horizontale terrein, dan vormt de fotofigura tie de snijfiguur van de stralenbundel L met een incidenteel plat vlak. Men kan deze echter her leiden tot de snijfiguur volgens een horizontaal projectievlak, waardoor weer een kaartsituatie ontstaat. De optisch-mechanische variant van deze herleiding (ontschranking) is nader uitge werkt in Geodesia, 4e jaargang, nr. 4. Resumerend blijkt de herleiding van terrein tot kaart bij geaccidenteerd terrein mogelijk met behulp van twee foto's (beeldenpaar fotogram metrie) en in het bijzondere geval van vlak ter rein door middel van één foto (enkelbeeld foto grammetrie). 92 Fig. 6. BUREAU VOOR LANDMEETKUNDE Postbus 15 Spakenburg Het gebeurt wel eens dat bij groot grondverzet onenigheid ontstaat over de inhoud. Vaak treden wij hierbij op als onpar tijdige, b.v. bij zandontgravingen, op spuitingen enz. enz. Hoofdkantoor: G. C. KLAMER - Rikkert Jacobsstraat 14 - Spakenburg Telefoon (03499) 19 66 Bijkantoor: Oosterhoutstraat 11 - Assen - Telefoon (05920) 1 34 00 1 24 85

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1971 | | pagina 12