Jt. Inleiding tot de fotogrammetrie door ir. H. Ph. van der Schaaf f Onder een stralenbundel wordt verstaan het ge heel der lijnen (stralen) in de ruimte, gaande door één punt (de top der stralenbundel). Een bepaalde stralenbundel is dus gedefinieerd door de aanduiding van de top. Bij een combinatie van twee stralenbundels, aan te geven als de linker stralenbundel L en de rechter stralenbundel R, vormt een buiten de punten L en R gelegen punt T het snijpunt van de straal door T der linker stralenbundel met de straal door T der rechter stralenbundel. Deze twee stralen worden corresponderende stralen genoemd. In fig. 1 zijn twee paren corresponderende stra len aangegeven, elkaar snijdende in Ti, respec tievelijk Tj. De punten L, R, Ti en Tj liggen in het algemeen niet in één plat vlak. Er wordt nu een derde stralenbundel R' in be schouwing genomen, waarbij het punt R' ligt op de lijn LR. Trekt men door R' de straal evenwij dig aan RT„ dan ligt deze in het vlak door L, R A tl' 1 V\ w y\ N/ R en Tt, en snijdt dus de straal door L en T-, en wel in het punt mt. De straal door R' genomen evenwijdig aan RTj levert op het snijpunt m,. Zie fig. 2. Men kan de stralenbundel R' ontstaan denken uit een zodanige verschuiving van de stralen bundel R, dat de top blijft op de lijn LR. Daar bij treedt de eigenschap aan het licht, dat de als corresponderende stralen aangemerkte stra len der oorspronkelijke bundels elkaar blijven snijden. Het bewijs van de evenwijdigheid van de lijn niinij met de lijn T{Tj en van de gelijkheid der verhoudingen van de ruimtelijke afstanden mtrnj LR' T.Tj LR wordt aan de lezer overgelaten. Worden de punten Ten Tj opgevat als repre senterend twee willekeurige punten uit een ver zameling T-punten die samen een of andere 89 T,- Fig. 1. 777 y n? Fig. 2.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1971 | | pagina 9