hand herdrukken verschijnen, waarbij het sys
teem van de Veluwekaart werd gevolgd, echter
met dit wezenlijke verschil, dat de basis niet
meer werd gevormd door de moedertekening
van de „Topografische Inrichting", maar geheel
getekend werd door tekenaars van de teken
kamer van de ANWB (welke in 1932 werd
opgericht) op de schaal 1 50.000, waarna de
zaak werd verkleind tot 1 100.000. Uiteraard
werd bij het samenstellen gebruik gemaakt van
de topografische kaart 1 50.000.
Verkleinen kan natuurlijk gemakkelijker dan
vergroten, omdat van te voren rekening wordt
gehouden met letterhoogten en wegbreedten. Bo
vendien worden dan alle eventuele ongerechtig
heden mee verkleind.
Zo kwam gedurende en direct na de oorlogsja
ren de complete serie toeristenkaarten gereed,
waarvan de tekeningen in de loop der jaren door
de technische vooruitgang sterk werden verbe
terd.
De complete serie bevat nu: Groningen-Dren-
the, Friesland, Overijssel, Gelderse Achterhoek,
Veluwe, Utrecht, Noord-Holland, Zuid-Holland,
Zeeland, Noord-Brabant (onderverdeeld in een
westblad en een oostblad) en Zuid-Limburg.
Dit wat betreft de ontwikkeling van de toeris
tenkaarten.
Met betrekking tot de Autokaarten kan gezegd
worden, dat in 1930 het startsein werd gegeven
tot het maken van een drietal bladen van de
autokaart van Nederland. De basis vormde de
al verschillende malen genoemde Bondsatlas
op de schaal 1 200.000.
De speciale gegevens voor de rijwieltoerist
werden weggelaten; de kaart werd dan ook meer
gericht op het toen al groeiende autotoerisme.
In 1931 warende bladen Nrd.-Nederland, Mid
den Nederland en Zuid-Nederland gereed. Na
een aantal herdrukken werd in 1946 begonnen
met het geheel opnieuw tekenen van de auto-
kaart, waarbij onder meer een verdergaande
wegenclassificatie werd ingevoerd. De ANWB
voerde toen als eerste het violet voor de auto
wegen in, welke kleur later door andere kaar
tenmakers is overgenomen. Zie b.v. de weg
Den Haag - Utrecht.
In die tijd werd nog op steen gegraveerd. In
1951 werd echter overgegaan tot het tekenen
op een plastic transparant materiaal, astralon
genaamd. Tevens vond toen een algehele her
ziening plaats en in de volgende jaren is één
en ander, evenals bij de toeristenkaarten, steeds
meer verbeterd en aangevuld.
Tot zover de Autokaarten.
Tevens moet nog melding worden gemaakt van
het feit, dat in 1949 de Auto-atlas (foto 3)
het licht zag (schaal 1 200.000) uitgevoerd in
56 bladen en samengesteld uit de toenmalige
Autokaarten.
Deze atlas sloeg bij het kaartenkopende publiek
erg aan, maar in de vijftiger jaren taande de
belangstelling en is deze uitgave gestaakt.
Tenslotte de overige kaarten, waarvan de Wa
terkaarten de voornaamste plaats innemen.
Reeds in 1911 had de ANWB een Waterkaart
van Leiden en omgeving, vervaardigd op een to
pografische ondergrond. Vanaf die tijd zijn van
alle watersportgebieden waterkaarten versche
nen, en ook weer enkele verdwenen.
De huidige serie waterkaarten omvat thans:
Midden-Friesland, Z.W.-Friesland, N.W.-Over-
ijssel, Amsterdam-Alkmaar, Hollandse Plassen,
Vechtplassen, Gr. Rivieren westblad, midden
blad en oostblad, Randmeren, alle op de schaal
1 50.000; Limburgse Maas, Franse Maas, Gel
derse IJssel en Veerse Meer op de schaal 1
25.000; Loosdrechtse Plassen 1 15.000,
Vinkeveense Plassen 1 10.000, Biesbosch
1 33.333 en tenslotte België en N.W. Frankrijk
1 300.000.
In 1934 en 1943 verschenen resp. de ijswegen-
kaart van Zuid-Holland en van Noord-Holland,
welke later niet meer herdrukt zijn.
105
Foto 3
Sinds kort bestaat door een andere indelingswijze
het pakket toeristenkaarten: Friesland, Groningen,
Drenthe, Overijssel, Gelderse Achterhoek, Veluwe,
Noord-Holland, Zuid-Holland, Zeeland, Utrecht, Nrd.
Brabant en Limburg.