•^ipm p - ~v ciale wegen; de Rijkswaterstaat voor de rijkswegen; de Cultuurtechnische Dienst voor de ruilverka velingen; enz. Bovendien is het zo, dat de afdeling Bewegwij zering van de ANWB, voordat een nieuw weg gedeelte wordt opengesteld, van de betreffende wegbeheerder bestektekeningen daarvan ont vangt, welke tekeningen altijd éérst naar de afdeling Kartografie worden gezonden. Ook wordt van de afdeling Bewegwijzering een mu- tatieopgave verkregen inzake de wegwijzer- en paddestoelnummering. De lezer merkt wel, dat de gehele kaart vrij grondig wordt nageplozen, opdat de herdruk zo recent mogelijke gegevens bevat. Zodra de gehele zaak op de correctiemodellen is verwerkt, gaan deze naar de Tekenkamer, nadat nog het plaatsnaamregister is bijgewerkt. De tekenaar is 3 a 4 maanden bezig met het uitvoeren van de correcties. Dat gaat als volgt. Op de correctiemodellen is aan alle vier de zijden een randstrook aangebracht, waarop gekleurde lijnen zijn gedrukt. Dit ge beurt na de herdruk van elke kaart onmiddellijk, omdat dan alle tussentijds binnenkomende ge gevens op deze correctiemodellen verwerkt kunnen worden. Indien een correctie behelst het aanbrengen van een gele weg door een bos en heidegebied, dan is op het correctiemodel deze weg met de pen ingetekend en is een rechte lijn vanaf de correctie naar de randstrook getrokken, die dus alle gekleurde lijnen doorsnijdt. In het on derhavige geval wordt dan de grijze lijn, de gele lijn, de oranje lijn en de groene lijn aangestipt. Het grijs nl. voor de contouren van de weg, het geel voor het opvullen van de weg, het oranje voor het uitsparen van het heidegebied en het groen voor het uitsparen van het bosge bied. De tekenaar weet dan precies welke deelcal- ques hij moet gebruiken voor deze correcties. Het aantal kleuren van de toeristenkaart be draagt acht en voor elke kleur is er dan een aparte deelcalque, met dien verstande dat voor de kleuren, groen, oranje, geel en lichtblauw elk twee calques aanwezig zijn, nl. één voor de vol te drukken kleur en één voor het te ge bruiken raster in die kleur. Daarover echter straks meer. Het materiaal waarop tegenwoordig getekend wordt is Astrafoil (net zo iets als astralon), 0.25 mm dik en éénzijdig gematteerd. Dit ma teriaal is vrij kostbaar, maar nodig in verband met de behoorlijke maatvastheid daarvan. De tekenaar begint nu met alle correcties uit te voeren op de zogenaamde „trek", d.w.z. de deelcalque waarop alles is getekend wat later in grijs wordt afgedrukt. Men zou kunnen spre ken van de geografische ondergrond. Zodra dit gereed is en alvorens aan de kleuren te be ginnen wordt de trek geheel gecontroleerd, aan de hand van een lichtdruk, opdat eventuele fouten direct kunnen worden verbeterd. Het voordeel is dat later bij het uitvoeren van de overige kleuren op de trek, de betreffende si tuatie al op de juiste wijze is aangebracht, zodat dezelfde correctie in kleur dan direct goed wordt uitgevoerd. De tekenaars gebruiken een zgn. Brandauerpen no. 518, de inkt welke speciaal geschikt moet zijn voor het tekenen op Astrafoil is Pelikan- K-Speciaal. Nadat de trek is gecorrigeerd en nagezien, wordt kleur voor kleur afgewerkt, waarbij steeds het kleurastrafoil op de trek wordt ingepast. Dit inpassen gebeurt met behulp van paskrui zen, welke op elke deelcalque voorkomen. De te gebruiken tekst voor plaatsnamen e.d. wordt bij een loonzetterij in Den Haag foto grafisch gezet in elk gewenst lettertype en let- terhoogte. Deze tekst-film wordt in de donkere kamer fotografisch omgezet op zgn. Kodak- stripping film, waarbij dan de tekst op een flinterdunne film staat, welke film van fa- briekswege gemonteerd is op een steviger film, de zgn. drager. De tekenaar snijdt dan de gewenste naam uit met een brede radeer- naald, trekt het dunne filmpje met de tekst van de drager en plakt deze tekst met behulp 107 '~~V 11. .1 iV i l »ll!!SSSill! Foto 5

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1971 | | pagina 7