Van P.'s latere kartografische arbeid vermel den wij in het bijzonder de wereldkaart in twee halfronden, die in 1607 uitkwam bij Herman Alartsz en Meijne. Blijkens het acteboek van de Staten-Generaal van 21 nov. 1607 is aan deze uitgevers 200 ponden tot 40 grooten 't stuck toegezegd „voor de dedicatie, die zy de S.-G. gedaen hebben van de nieuwe wereld kaart in twee ronde geteeckend ende van nieuws verbeterd by P. Plancium". Van de la tere uitgaven (1651 en 1676) zijn nog exem plaren bekend. De titel van de herdruk 1651 (in K.B. Kopenhagen) luidt: Universi orbis ta bula de integro delineata A° 1607; Auctore Petro Plancio. Het lijkt er op, dat de vruchtbaarste periode van zijn kartografische activiteiten eindigt om streeks 1595 en dat de tweede niet eerder be gint dan in 1600. Resumerende: P. vervaardigde vijf kaarten voor de bijbel van Laurens Jacobsz (1590); een gro te wereldkaart met 16 kolommen tekst in 18 bladzijden (1592); de „geographische ende hy- drographische caerte der gansche werelt", wel ke na juni 1592 door de uitgeefster Mijnken Liefrinck werd „afgezet" tegen de buitenge- woone prijs van 4 gld 5 stuivers; (blijkens een mededeling van Hondius) verschillende kaarten in de Mercator-projectie (1595) en een losse wandkaart van Azië; acht kaarten tussen 1595-1598, vermeld in „werken Linschoten-vereniging no. Vil" Eerste schipvaert der Nederlanders naar O.-lndie on der Corn, de Houtman, d'Eerste boeck van Willem Lodewijckz, uitg. M. Nijhojf, 1915". Al deze stukken zijn zeker met hulp van Plancius vervaardigd, als hij niet de ontwerper is. On der deze acht Lodewijck's grote kaart 1596- 1598, van welke zich een exemplaar bevindt in het Geogr. Instituut te Utrecht; de hemelglobe van Van Langren (1589), die met zijn medewerking tot stand kwam, mogelijk wel door hem vervaardigd; (volgens Wieder) de aardglobe van 1621, uitge geven door Johs Janssonius; hij gaf zeevaartkundige lessen; hij stelde samen een „tafel der Naeldwisin- ghen"; en een verhandeling „Van de graden der lanc- te" (1598); een geschrift over de N.O.-doorvaart naar China; de instructie „op het stuck van de zeevaert en de zeijlage"; de wereldkaart in twee halfronden (1607). Plancius is „binnen de stadt Amsterdam op Pinxterdach 15 mei 1622) na noene liffelick in den Heere ontslapen, sijnde over de 70 Ja ren" en begraven op de Algemene begraaf plaats (hij schijnt een tegenstander geweest te zijn van het begraven in de kerk, zoals toen usance was voor de beter gesitueerden). Hij heeft „oock met sijn Matematische scientie die verre Vaerten deser Landen treffelick ge- vordert" zegt Claes Wassenaer in zijn „His torisch Verhael alder ghedenckweerdichste geschiedenissen"De toenmalige Amsterdamse „regering" heeft een straat naar hem genoemd. Zijn (hoewel vermogende) zoons kregen studie beurzen van de stad, hetgeen voor die tijd een bijzondere onderscheiding was. Hij had een be langrijk aandeel in het vestigen van Nederlands roem in de Gouden Eeuw. Literatuur 173 Werken Linschoten-vereniging no. VII (1915) en (1917). Prof. dr. D. J. Struik, Het land van Stevin en Huijgens (uitg. Pegasus 1958). Denucé, Pieter Plancius in „Ned. kaartmakers. 2 dln (Den Haag 1912-1913)". Prof. F. van Ortroy, Un globe terrestre, paru en 1614 et une sphère céleste datée de 1615. Flans Harms, Kiinstler des Kartenbildes. Dr. A. A. van Schelven, art. in Nieuw Ned. Biogr. Woordenboek IV (1918). Baudartius Ds. W. Baudaert). P. P. in „Memorien van Nederlant", 2e dr., 11-85, Zutphen. De Jonge, Opkomst van het Ned. Gezag, dl. I, 1862- 168. Th. Blunderville, Exercises (over Plancius' wereld kaart) 1594, 1622. J. Keuning, Petrus Plancius, theoloog en geograaf (uitg. Van Kampen Zn N.V., 1946). Aelbert Haeijen, Amstelredamsche zee-caerten (1585). J. C. Mollema, Op gegist bestek, bew. door A. H. J. Th. Koning; uitg. Scheltens en Giltay (1964). F. C. Wieder, Monumenta Cart., vol. 2. Dr. A. Peterman's Mitteilungen, Erg. Band XLIII, heft 199. Edw. Luther Stevenson, Terr, and Celest. globes.., vol 11-46. Prof. dr. ir. C. Koeman, Collection of maps and atlases in the Netherlands. J. G. van Dillen, Nieuwe gegevens omtrent de Am- sterdamsche Cie''" van Verre in: Tijdschr. voor ge schiedenis 1930. P. Merula, Cosmographia, 1605. P. Montanus 1614: vertaling van J. I. Pontanus, Re- rum et urbis Amstelodamensium historia, 1611. Tijdschriften T.A.G., Geodesia, reisverhalen, Encycl. N.O.-Indie enz. Art. in B. M. Quarterly 1 x (1935-III) over Map of England, by Petrus Plancius. Henry Hijmans, art. in Gazette des Beaux-Arts, XXXVe Année, 1894-164. Dr. C. P. Burger Jr, art. in afl. 1915 (dl IV) van „De Amsterdamsche boekdr. en uitg. in de XVI, eeuw. G. R. Crone, Maps and their makers 1962.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1971 | | pagina 13