KADASTRAAL
RUILVERKAVELINGSWERK
Hieronder volgt een gedeelte uit het jaarver
slag van de Centrale Cultuurtechnische Com
missie, de Cultuurtechnische Dienst en de
Stichting Beheer Landbouwgronden over 1970.
De herstructurering van de kadastrale dienst
werd op 1 juli 1970 een feit. Ressorteerde de
Dienst Kadaster en Hypotheken van het ont
staan in 1838 af onder de Belastingdienst van
het Ministerie van Financiën, thans vormt zij
onder de naam Dienst van het Kadaster en de
Openbare Registers (KADOR) een onderdeel
van het nieuw directoraat-generaal van het
Kadaster en de Domeinen. Belangrijk zijn de
gevolgen op langere termijn. In de eerste plaats
wordt verwacht, dat de contacten tussen het
landmeetkundig gedeelte van het Kadaster
(waartoe ook de Ruilverkavelingsdienst behoort)
en de Bewaringen directer en doelmatiger zul
len worden. In de tweede plaats ontstaan er
mogelijkheden voor wijziging van de interne
organisatiestructuur en voor intensivering van
de samenwerking met andere diensten. Het is
daarom, dat aan het Raadgevende Efficiency
Bureau Bosboom en Hegener, in samenwerking
met het Raadgevend Bureau Ir. B. W. Beren
schot NV, een opdracht is verstrekt te advi
seren omtrent de gewenste organisatiestructuur.
Het onderzoek omvat drie punten en wel:
1een grotere doelmatigheid door meer coör
dinatie of door een andere organisatie van het
landmeetkundig werk dat verricht wordt door
rijksdiensten ressorterend onder de Ministeries
van Financiën, Verkeer en Waterstaat, Defensie
en Landbouw en Visserij
2. de meest doelmatige organisatievorm van de
Dienst van het Kadaster en de Openbare Re
gisters;
3. de werkmethoden aan de Bewaringen, voor
zover thans nog geen automatisering wordt
overwogen.
Welke gevolgen het organisatie-onderzoek zal
hebben voor de Kadastrale Ruilverkavelings
dienst was aan het einde van het verslagjaar
nog niet te overzien.
Aan de taak van de Ruilverkavelingsdienst is
in het verslagjaar een nieuw element toege
voegd: de kavelruil.
Door middel van ruilverkavelingsovereenkom
sten van beperkte omvang wil men komen tot
een beter grondgebruik en een niet onbelangrij
ke structuurverbetering. De ruilverkavelings
dienst werkt hieraan mee, voorzover de werk
zaamheden liggen op landmeetkundig, reken
kundig en administratief gebied. Er zijn voorbe
reidingen getroffen voor de instructie van het
personeel, terwijl ook een modelovereenkomst
is ontworpen.
De administratieve en technische automatise
ring is thans in een stadium gekomen dat een
hernieuwde aanpassing aan technische moge
lijkheden urgent is geworden. Zo wordt gewerkt
aan een nieuwe aanpak van de mechanisatie
van de ruilverkavelingsboekhouding. Het rond
1960 ontwikkelde systeem, nog gebaseerd op
de administratiemachine met ponskaartinvoer,
blijkt grote bezwaren te geven op het gebied
van mutatieverwerking en uitlijsting. Het on
derzoek naar een nieuw systeem bestrijkt de
ruilverkavelingsboekhouding van de stemming
tot het opmaken van het plan van toedeling.
In vele ruilverkavelingen in voorbereiding wordt
een cultuurtechnische inventarisatie uitgevoerd.
Deze inventarisatie beperkte zich aanvankelijk
geheel tot het feitelijk gebruik; de eigendom en
het juridisch gebruik werden niet in het onder
zoek betrokken, evenmin als mutaties in
rechts- en gebruikstoestand. Derhalve kunnen de
gegevens niet of slechts ten dele worden ge
bruikt voor het opmaken van globale of gede
tailleerde kavelplannen. Het ontwikkelen van
een geïntegreerd systeem waarin zowel cultuur
technische inventarisatie als ruilverkavelings
boekhouding een plaats kunnen vinden is in on
derzoek.
De in het verslagjaar gestarte proef met een
toedelingsprogramma in de ruilverkaveling Da
len kon, wat de toepassing van de resultaten
betreft, binnen een jaar na de wenszitting wor
den afgerond met het opmaken van het plan
van toedeling. De bestudering van het reken
programma is nagenoeg afgesloten en er is
een begin gemaakt met de analyse van de ver
schillende gegevens. Een besparing in de pro-
ceduretijd kon reeds worden geconstateerd.
Wel is gebleken, dat de problemen van reken
techniek en opzet van het ontwerpproces bij
zonder groot zijn. Een eind 1970 ingestelde
werkgroep zal deze problemen verder analyse
ren en voorstellen doen voor een verbeterde
methode.
De nieuwe ontwikkelingen in de landmeetkum
dige techniek (fotokaart, elektronische afstand
meting, mechanische kaartering) en in de re-
produktietechniek bieden mogelijkheden voor
een doelmatiger vervaardiging van metingsstuk
ken (werkplan II, veldwerk, kadastraal bijblad)
en oppervlaktebepaling. In verband met de ge
volgen voor het verloop van de procedure, in
het bijzonder de afsluiting en de daarmee ge
paard gaande kadastrale toepassing, heeft een
werkgroep deze materie in studie genomen.
175