v2 De bepaling van het polynoom gaat als volgt: In ons geval door A, B, C en D. We noemen nu A is x0, B is xx, C is x2 en D is x3. We stellen nu de volgende tabel samen: fix) 0 0 Ha 1 V2 1k 2 2 5/2 3 9/2 In de le kolom schrijven we de puntaanduiding. In de 2e en 3e kolom de x en y coördinaten van de punten. In de 4e kolom vullen we in /Oo) 1h 0 w x1 x0 1 0 we noemen deze waarde f[x0,xx], f(x<2) f(xx) 21/2 o, x2—xx 2—1 - /2' we noemen deze waarde flxx, x2k Zo vinden we ook fe-,31 In de 5e kolom vullen we in: /[xi,x2] /[x0,x^ sj2 i/2 i x2 x0 "2 0 12 we noemen deze waarde /[x0, xx,x2] en /[xj,x2, x3] /[x2, x3] f[xu x2\ 5/2 3/2 x3 xx "3 1 In de 6e kolom schrijven we analoog: 0, we noemen deze waarde fix0, xx, x2, x3], We kunnen nu de vergelijking door de vier dwangpunten bepalen: /(x) /(O) (x x0) f[x0,xx] (x x0) (x xx) f[x0, xx, x2] (x x0) (x xx) (x x2) /[x0, x,, x2, x3]; vullen we in deze vergelijking de in de tabel gevonden waarden in, dan vinden we: f(x) 0 (x 0). i/2 (x 0) (x 1). i/2 (x 0) (x 1) (x 2). 0 0 ^/o. x 1/2. (x- x) 0 V-2. -ï2 De vergelijking van de kromme door de vier gegeven punten is dus y Ve*2- Y0 Laten we nu proberen iets van de manipulaties in onze tabel te begrijpen. De eerste drie ko lommen spreken voor zichzelf. We vonden f[x0, Xj] in de 4e kolom door of in woorden: we deelden het y-vcrschil van de punten B en A door het x-verschil van die punten. Dit quotiënt is de tangens van de koorde AB. Noot: Dit artikel is geschreven voor toepassing in een „normaal" assenstelsel. Het argument van een rechte is dus de hoek vanaf de positieve x-as gerekend tegen de wijzers van de klok. Nu zegt de „stelling van het gemiddelde" dat als er een „nette" kromme (vergelijking) bestaat tussen de punten P en R en een polynoom is zo'n „nette" kromme, dat er dan tussen deze punten op de kromme een punt Q moet liggen met een raaklijn die hetzelfde argument heeft als de koorde door P en R. De getallen in de 4e kolom hebben dus de be tekenis van tangens van de raaklijnen aan de kromme in punten, gelegen ergens tussen de dwangpunten; ook genoemd de le afgeleide In de vierde kolom kan worden afgelezen of de kromme stijgt of daalt. Hij stijgt bij positieve en daalt bij negatieve waarden. De getallen in de volgende kolommen hebben eenzelfde betekenis. Nu is het ook van belang dat de voorwaarde kan worden gesteld dat de kromme in bepaalde punten moet raken aan X *0 X, 3/'2 X'2 X'i 11 1/ 204 —O 13 \o Figuur X"i Xq

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1971 | | pagina 12