B. Ruilverkaveling
1. a Waar wordt de aanvrage tot ruilverkave
ling ingediend?
b Wie kunnen een ruilverkaveling aanvra
gen?
c Wie kunnen aan de stemming voor een
ruilverkaveling deelnemen?
d Wanneer is een ruilverkaveling aangeno
men?
2. a Op welke wijze komt het definitieve plan
van wegen en waterlopen tot stand?
b Welke consequenties heeft het plan ten
aanzien van de openbaarheid van wegen?
3. a Wie maakt het plan van toedeling op?
b Waar wordt het ter visie gelegd, en hoe
lang?
c Kan men tegen het plan bezwaren indie
nen en zo ja, gedurende welke termijn?
d Wat houdt het plan van toedeling in
met andere woorden: wat moet er in wor
den opgenomen?
4. a Wat wordt verstaan onder de titelzuive-
rende werking van een ruilverkavelings
akte?
b Wie ondertekenen de akte?
c Is de uiteindelijke akte bij een vrijwillige
verkaveling ook titelzuiverend? Motiveer
dit antwoord!
5. Het nut, dat de ruilverkaveling voor een
eigenaar heeft gehad is bepalend voor de
kostenomslag.
a Hoe bepaalt men dit nut?
b Wie bepaalt dit nut?
c Op welke wijze nemen de eigenaren ken
nis van hun aandeel in de kosten?
d Wanneer en waar kunnen de eige
naren tegen deze kostenverdeling bezwa
ren indienen?
C. Planologie
1. De bevolking van een bepaalde gemeente
vertoont een regelmatige leeftijdsopbouw.
Geef dit op de bekende manier weer in
een figuur en ga er daarbij van uit dat de
leeftijdsgroepen van 014 jaar 34% van
de bevolking vormen, 1564 jaar 57% en
65 jaar en ouder 9%
2. Wat zijn de verschillen tussen een topogra
fische kaart en een kadastrale kaart.
3. Geef van elk der 3 typen van verkaveling
een beknopte en duidelijke omschrijving.
4. Een bestemmingsplan begint (meestentijds)
met een voorbereidingsbesluit, te nemen
door de raad der gemeente, en eindigt zijn
geschiedenis met een goedkeuringsbesluit
van Gedeputeerde Staten of van de Kroon.
In welke stadia van deze ontwikkelingsgang
kunnen bezwaarschriften worden ingediend
en aan welke instanties kunnen deze be
zwaarschriften worden gezonden?
5. Welke typen van nederzettingen worden in
landelijke gebieden onderscheiden. Geef van
elk dezer typen een korte beschrijving.
ANTWOORDEN
LANDMEETKUNDE I
1. a, d, f, g en h: onjuist,
b, c, e, i en j: juist.
4.a
1
II
III
IV
Methode Cassini
Methode met
Barycentrische
coördinaten
4.b
I
II
III
IV
Methode Cassini
Methode met
Barycentrische
coördinaten
6. sin 60,0000. sin 60,0000. sin (60,0020
x). sin (60,0030 jc).sin (59,9960 x)
sin 60,0000. sin 60,0000. sin (60,0020
x). sin (60,0030 x). sin (59,9940
x).
LANDMEETKUNDE II
3. a b 1:8
CIVIELE TECHNIEK
1. Breedte waterdiepte 0.85 m.
Diameter duiker 0 0.90 m.
3. De max. toelaatbare gelijkmatig verdeelde
belasting 85 kgf/m2.
HULPTECHNIEKEN
A.l. 7h 13 m 48s,2
217