Verder werden enige keren de zandplaten en
slikken in en langs de Grevelingen, 't Brou-
wershavense Gat en de Oosterschelde door
waterpassingen in hoogte bepaald, o.a. om in
zicht te krijgen in de veranderingen en mogelijk
ook met het doel om na te gaan welke gebie
den bij een toekomstig aan te houden peil
droog zullen vallen.
Hiervoor werden een aantal hoofdraaien ont
worpen en in het terrein om de kilometer met
grote ijzeren buizen verzekerd, die in X, Y en
Z werden bepaald. Tussen deze buizen werden
hulppunten voor de verdere waterpassing ge
maakt.
Tijdens deze platen-waterpassingen werden tus
sen Schouwen en Goeree en tussen Duiveland
en Flakkee een tweetal doorgaande waterpas
singen (met daarin enige overgangsmetingen
over brede geulen) uitgevoerd. Het werk op
deze platen kan alleen tijdens laagwater ge
beuren, d.w.z. van enige uren vóór tot enige
uren na het tijdstip van laag water. Daarna
staan nagenoeg alle platen weer onder water.
Vanzelfsprekend is het daarbij nodig over een
goede boot te beschikken en het werk goed te
organiseren, zodat bij onverwachte omstandig
heden geen misverstanden en moeilijkheden
kunnen ontstaan.
Stormvloedkering
Bij het eerste in uitvoering genomen Delta
werk, de aanleg van de Stormvloedkering in de
Hollandse IJssel nabij Krimpen, werd al een
beroep op ons gedaan om de hoofdassen en de
hoogtepunten uit te zetten en onder controle
te houden. Al vlug bleek dit onder controle
houden belangrijk te zijn, omdat de aanleg
van de sluishoofden en de sluistorens op beide
oevers werd uitgevoerd. Door de grote op
hogingen en ontgravingen kwamen de dijken,
waarin de aspunten voor de bouw van het werk
waren aangebracht, in beweging, zodat de
maatvoering in gevaar kwam. De zeer slappe
bodem om en nabij het werk bood te weinig
houvast voor een betrouwbare verzekering van
de meetpunten, vooral ook omdat een flinke
bronbemaling aangebracht werd, die mede
schuldig geweest zal zijn aan zettingen in de
bodemlagen. Door zoveel mogelijk gebruik te
maken van stevig gefundeerde gebouwen en
kunstwerken op ruime afstand van het werk,
werden de zettingen in de aspunten d.m.v.
hoekmetingen bepaald. Deze zettingen liepen
voor enkele punten op tot 4 a 5 decimeters.
Vooral de onderlinge afstanden van de meet
punten op beide oevers werden steeds gecon
troleerd en zonodig gecorrigeerd. Ons doel was
238
in feite te zorgen dat bij het gereedkomen van
de bouw de, van elders aan te voeren, metalen
stuwwand op de juiste wijze tussen de hef-
torens zou passen.
Afsluiting Haringvliet
Eén van de volgende Delta-werken die onze
aandacht zou vragen was de afsluiting van het
Haringvliet. Voor de aanbouw van het grote
sluizencomplex nabij Stellendam was eerst de
aanleg van een kunstmatig eiland in het Haring
vliet nodig. Dit eiland is verkregen door een
ringdijk van 3/ km in het water van het
Haringvliet te bouwen. Na het wegpompen van
het water binnen deze dijk ontstond een ovaal
vormige bouwput waarin de sluis kon worden
gebouwd. Reeds ver vóór de aanleg van de
ringdijk werden voor peilingen en plaatsbepa
lingen een groot aantal stalen masten geplaatst
en ingemeten op en langs de oevers van het
Haringvliet. Van een aantal grote stalen meet-
palen met platform, die kort nabij het werk
waren geplaatst en ingemeten, werd eveneens
gebruik gemaakt bij de aanleg van deze bouw
put. De ringdijk werd grotendeels bekleed met
dikke bitumlagen die een goede bescherming
gaven tegen de soms woeste golven van het
Haringvliet. Na het aanbrengen van een uitste
kende bronbemaling kon de aanbouw van de
sluis, die maar juist in de bouwput paste, wor
den begonnen. De spuisluis bestaat uit een 17-
tal openingen van ongeveer 56 meter elk, in
het Noorden en Zuiden begrensd door een
tweetal landhoofden die aansluiting geven aan
de nieuwe dam. De assen van de 16 pijlers, die
ongeveer 8 m breed zijn, moesten met grote
nauwkeurigheid worden aangegeven, omdat bij
de afbouw de grote sluisdeuren zo nauwkeu
rig mogelijk tussen de pijlers moesten passen.
Hoewel te verwachten was dat de ringdijk
flinke zettingen zou gaan vertonen moest de
hoofdmaatvoering vanaf deze bitumringdijk
gebeuren, omdat de bodem van de bouwput
door ontgravingen en verdere in uitvoering
komende werken hiervoor niet gebruikt kon
worden. Op de ovaalvormige ringdijk werd
een driehoeksnetje (met als hoofdvorm een 5-
tal driehoeken naast elkaar) gelegd, zodanig
dat een tweetal punten op de ringdijk, in de
lengte-as van de spuisluis, daarin werden op
genomen (zie fig. 1).
De hoeken van dit driehoeksnet werden zo
snel mogelijk met behulp van geleide centre
ring gemeten en een aantal zijden, ongeveer
evenwijdig aan de as van de sluis, die zich
daarvoor leenden werden met een 50 m lange
geijkte band 4 x gemeten, waarbij met behulp