Door de opstelling op de duintop lag tussen de kabelmiddens en de theodolieten een breed strand, dat de waarnemingen ongunstig zal heb ben beïnvloed. Ter bepaling van de refractie werden op iedere toren een hoog en een laag referentie-punt aangebracht die gebruikt wer den al naar gelang de kabel hoog of laag hing. Hier werden soms afwijkingen van 5 tot 10 cm gemeten. Bij elke zeegmeting werden hier de referentiepunten en zowel onder als boven kant kabel die 9.5 cm dik was in twee kijker standen gemeten. Na middelen en correctie van de resultaten Inleiding In 1970 zijn in het Waddengebied op een aan tal plaatsen buizen geplaatst, welke onder an dere m.b.v. Telluro-meters zijn ingemeten. Deze zichtbare punten dienen als vaste ijkpunten voor het Sea-Fix patroon in de Waddenzee. Een uitgezonden Sea-Fix patroon kan worden voorgesteld door hyperbolen en is dan identiek aan het Hi-Fix patroon. Een dergelijk patroon komt tot stand door mid del van twee zenders, werkende op een fre quentie van ongeveer 3000 khz, de golflengte is dus ongeveer 100 meter; de voortplantings- snelheid der golven varieert enigszins, al naar gelang het soort terrein waarover de signalen passeren, b.v. ca. 299650 km/sec. voor zout water tot ca. 299450 km/sec. voor land. Verschillen tussen het theoretische en het uitgestraalde patroon Het schetsje van het Waddengebied (fig. 1) laat zien dat signalen uitgezonden door b.v. slave III op Ameland, in de richting van Vlieland verschillende gebieden passeren. De voortplantingssnelheid is door de optreden- werden de gegevens wederom doorgegeven per portofoon. Gunstig was hier de vrij hoge opstelling van de instrumenten zodat steeds een kleine hellings- hoek werd afgelezen. De vaste verankeringen van de kabels waren hier aangebracht in het Noordelijke Landhoofd van de spuisluis, ter wijl grote gewichten, die in een diepe ronde betonnen put hingen, zorgden voor het op juiste spanning houden van de kabels. Ook bij de constructie van deze kabelbaan werd onze hulp nogal eens ingeroepen voor het aangeven van juiste assen en hoogten. de verschillen in grondgeleidingsvermogen op de weg die het signaal volgt niet overal de zelfde. Dit heeft tot gevolg dat vervormingen in het patroon optreden. Het uitgestraalde pa troon gaat dus vooral in de gebieden buiten de Waddeneilanden, maar ook in het IJsselmeer afwijken van het theoretisch berekende patroon, IJkmetingen ten behoeve van het Sea-Fix patroon in het IJsselmeer en het gebied buiten de Waddeneilanden door D. Bloeme, technisch ambtenaar le klasse 242 I Figuur 1.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1971 | | pagina 18