I
1
3
i
de coördinaten van een ijkpunt dient er eerst
een bepaling van beide constanten aan vooraf
te gaan. Dit kan met behulp van een voor
waartse insnijding gebeuren. Door middel van
aftellen via de Marifoons kunnen de waar
nemers bij de theodolieten op hetzelfde mo
ment, dat de waarnemer op het schip de twee
afstanden afleest, de richtingen naar de inter-
rogator-antenne op het schip meten.
De afstanden tussen de interrogator-antenne en
de twee op verschillende walstations staande
responder-antennes kunnen nu uit coördinaten
berekend worden. Vergelijking met de door de
Autotape gemeten afstanden levert dan de resp.
optelconstanten op. Wanneer de te meten af
standen groter worden dan 30 km dienen er
ook correcties toegepast te worden voor de
invloed van temperatuur en luchtdruk op de
voortplantingssnelheid van cm-golven.
Omdat de interrogator-antenne excentrisch op
gesteld staat van de Sea-Fix antenne moet men
eerst met behulp van de kompaskoers van het
schip de oriëntering van de richting naar de
Sea-Fix antenne bepalen, daarna kunnen met
richting en afstand de coördinaten van de Sea-
Fix antenne berekend worden, zie fig. 3.
IJkmetingen in het IJsselmeer
Fig. 2 geeft een schets met een verdeling van
het ijkgebied, zoals dat in een periode van vijf
dagen in april 1971 met behulp van Cubic-
Autotape is geijkt. De cirkels begrenzen het
gebied waarbinnen we snijdingshoeken tussen
de 40 gr en 160 gr aantreffen. Met de wal
stations nrs. 1 t/m 7 rondom het IJsselmeer
zijn behalve de hier gekozen combinaties, ook
combinaties te kiezen waarbij enkele stations
zouden kunnen vervallen.
Varen, bunkeren, vervoer van ploegen en ma
terieel vergen echter ook tijd, daarom is hier
een verdeling gekozen waarbij de benodigde
tijd voor het meten en de andere noodzakelijke
aangelegenheden min of meer evenredig ver
deeld was.
Ter hoogte van het monument op de Afsluitdijk
heeft de bepaling van de optelconstanten van
de Autotape plaats gehad. Omdat we deze me
ting deden op een plaats waar al eerder geijkt
was ten behoeve van het Sea-Fix patroon, zijn
om na te gaan op welke wijze de verschillen
tussen het theoretische en het uitgestraalde pa
troon fluctueren, nogmaals enkele punten ge
ijkt t.b.v het Sea-Fix patroon.
Behalve deze ijkmetingen t.b.v. het Sea-Fix pa
troon aan de IJsselmeerzijde zijn met een tijds
verschil van ca. 1% uur ook enkele punten
geijkt aan de Waddenzeezijde van de Afsluit
dijk. Daarna hopen we inzicht te verkrijgen in
de vervorming van het Sea-Fix patroon tenge
volge van de overgang van zout naar zoet water.
In fig. 3 ziet u op welke manier de theodolieten
en de responder-antennes opgesteld zijn voor
deze meting.
IJkmetingen voor de kust van Noord-Holland
en de Waddeneilanden, Texel, Vlieland,
Terschelling en Ameland
In fig. 1 is te zien met welke combinaties van
walstations dit gebied in een tijdsbestek van
negen dagen is geijkt.
Wat voor een organisatie er soms nodig was
om de responders van het ene station naar het
andere te verplaatsen, moge uit het volgende
blijken.
We bevonden ons op Terschelling, voor die dag
stond op het programma de ijking van het zee-
245
TdXLL
nreezartddyh
station 2
2/,/<
Oen Oever O/t gebed
station 1 «- *s gey/it met
de waf-antennes WHinde/of.
op de stations /en21 station J
vuurtoren
Oude Zeug
station 4
HK Mcdemblih
Station 5
HKZr+Hi,
station 6
X] Kuurt
Station 7
ytfxnt
a
MMOEHZEE
aa/ertenre 2 ap station 10 PK>er
UaxtOat AfSlLMTDUK
K""*"
Mv*jmere 'OeVheter"
1 SP ttraezanddyv
5t»r„-antenne
IJSSELMEER
nt a-rogator - antenne
Figuur 3.
Figuur 2.