De toepassing van de fotogram-
metrie bij de Meetkundige Dienst,
voos* niet-kartografische doeleinden
door H. Meyer ing., landmeetkundig hoofdambtenaar A.
Moet van een object de positie bepaald wor
den, dan is het van belang te weten of dat object
in beweging is of niet. In het geval, dat de aan
te meten punten van het object niet van plaats
veranderen, behoeven we, bij het aanmeten van
die punten niet zozeer rekening te houden met
de tijd. Over enkele ogenblikken, soms zelfs
over een veel langere periode, is de toestand
nog precies eender. We kunnen er als het ware
„de tijd voor nemen" om de nodige punten van
het object, stuk voor stuk, aan te meten.
Is het object evenwel in beweging, dan hebben
we te maken met punten die voortdurend van
plaats veranderen en nu hebben we „niet meer
de tijd" om de punten rustig, stuk voor stuk,
aan te meten. We zijn nu genoodzaakt om alle
punten, die we voor de positiebepaling van het
object nodig hebben, in één enkel moment,
dus precies gelijktijdig, aan te meten.
We nemen als voorbeeld een varend schip. De
punten van het schip zijn onderling aan een
vaste plaats gebonden. Dit betekent in feite, dat
de vorm van het schip vast is. Weten we van
3 punten van het schip de relatieve en de ab
solute ligging, dan is daarmee de positie van
het schip bepaald. We zouden bijvoorbeeld de
top van de mast en nog een punt onder aan de
mast met nog de knop van de vlaggestok op de
achtersteven kunnen aanmeten, vanaf een vaste
standplaats op de wal. Maar om deze drie pun
ten precies gelijktijdig in te kunnen meten, moe
ten we wel vanuit zes standplaatsen met zes
theodolieten, precies gelijktijdig op de juiste
manier de punten aanmeten. Bij een nog groter
aantal in te meten punten wordt het aantal te
gebruiken theodolieten natuurlijk ook weer
groter, omdat we voor elk punt toch minimaal
twee theodolieten nodig zullen hebben.
Daar we in staat zijn om met behulp van foto's
de richting vanuit de lens naar bepaalde, ge
fotografeerde punten te herleiden, ligt het voor
de hand, dat we bij het aanmeten van bewe
gende objecten gebruik gaan maken van foto's.
Op één foto worden alle in te meten punten
precies gelijktijdig afgebeeld. Een tweede foto,
vanuit een andere standplaats kan precies syn
chroon met de eerste foto worden genomen.
De aanmeting en berekening kan nu verder
„thuis" gebeuren.
Het komt ook vaak voor, dat men, van zich
voortbewegende objecten, de positie wil ken
nen met een klein tijdsinterval. Met andere
woorden er moeten vlug achter elkaar metin
gen worden verricht. In dat geval biedt de foto-
grammetrische methode weer uitkomst. Het
betekent alleen maar, dat we snel achter elkaar
en synchroon foto's van het object moeten
nemen.
We hebben een varend schip als voorbeeld
genomen, maar u kunt zich indenken, wat voor
moeilijkheden we krijgen als we een golvend
wateroppervlak willen uitmeten.
Dit probleem deed zich voor toen men in ver
band met de Delta-Werken meer informatie
wilde hebben van de golven en hun gedragin
gen, nodig voor het uitvoeren van grote water
bouwkundige werken.
Voor dit doel maakt men gebruik van zelf-
registrerende golfmeetpalen. Dit is echter de
waarneming in één punt en geeft nog geen in
dicatie over richting en lengte.
Vanzelfsprekend zocht men ook hier naar een
fotogrammetrische oplossing. De moeilijkheid
was echter hoe stereo-foto's te nemen vanuit
de lucht. We hebben het geprobeerd door met
twee straaljagers op een onderling vaste afstand
te vliegen en precies gelijktijdig foto's te laten
nemen. Het synchroniseren van de opname
camera's ging echter niet zo best.
Het is tenslotte wel gelukt om van de afzonder
lijke foto's het golfpatroon af te leiden, maar
het meten van hoogten ging niet zo goed, tot
dat we met twee camera's vanaf de wal, syn
chroon, stereofoto's gingen maken, maar toen
bestreken we maar een betrekkelijk klein ge
bied, tamelijk dicht onder de wal.
249