gekoppelde regeldrukker, welke door het over halen van een handle de modelcoördinaten, voorzien van een puntnummer, op een papier strook afdrukt. Het is deze regeldrukker niet mogelijk direct ponsbanden of ponskaarten te vervaardigen voor de verdere informatieverwer king met de computer. Daarom werd in 1964 de Wild EK5a aange schaft, gekoppeld aan een Wild Autograph A 7. Deze registratie-apparatuur bestaat uit de vol gende onderdelen: a. Aan x-, y- en z-assen gekoppelde, telwer ken. b. Een relaiskast. c. Een bedieningstableau. d. Een IBM-schrijfmachine, welke dienst doet als input- en outputwriter. e. Een 5 kanaals-ponsbandponser. De EK 5a is een elektrisch registratie-apparaat. De telwerken, elk bestaande uit op een as aan gebrachte nokkenschijven, zijn resp. gekoppeld aan de x-, y- en z-draadstangen van het uit- werkinstrument. Als men d.m.v. een knop op het bedienings tableau een registratiecyclus start, worden door contactveren de posities van de nokken „afge lezen". Met deze waarden worden in de relais kast de relais ingesteld. Hierna volgt door een in de relaiskast aanwe zige stappen-schakelaar de aflezing van de relaisposities, welke doorgegeven worden aan de aangesloten output-apparatuur. Op een in de relaiskast aanwezig programmeerpaneel kan men de vorm en de samenstelling van een registratie-cyclus bepalen, tevens kunnen een aantal symbolen aan de cyclus worden toege voegd. Op het bedieningstableau is een puntnummer instelbaar. Er kunnen maximaal 60 symbolen per keer worden uitgevoerd. Deze gehele pro cedure neemt 4 tot 10 seconden in beslag, af hankelijk van het aantal symbolen en de aan gesloten output. Een duidelijk voordeel van de te wijzigen samenstelling van een registratie-cyclus is dat de computerprogrammeur niet altijd zijn pro gramma's aan de registratie-apparatuur behoeft aan te passen. Van het type EK 5 a zijn nog twee apparaten aangeschaft; resp. in 1968 en in 1969. In 1970 en 1971 zijn in totaal vier registratie apparaten van het type Wild EK 8 aangeschaft. Twee Wild A 8 Autographen en twee Topo- carts zijn elk voorzien van een EK 8. De laatstgenoemde apparaten zijn vrijwel alleen in gebruik voor de digitale kaartering. De belangrijkste verschillen tussen EK 5a en de EK 8 zijn: a. De EK 8 is een elektronisch apparaat. b. De waarden van de modelcoördinaten wor den niet gevormd door telwerken, maar zijn willekeurig in het elektronisch gedeelte in stelbaar. Met behulp van pulsgevers worden er een heden bij opgeteld, resp. vanaf getrokken. c. De modelcoördinaten zijn steeds zichtbaar op in het bedieningstableau aangebrachte cijferbuizen. d. De tijdsduur van een registratie-cyclus be draagt bij gebruik van een Facit-ponser 1 a 2 seconden, zodat men kan stellen dat het registratie-apparaat sneller de coördina ten registreert, dan de waarnemer ze kan aanmeten. e. Het bedieningstableau is samen met het elektronisch gedeelte in één kast onderge bracht. f. Er kan eventueel magneetbandapparatuur aangekoppeld worden. Aan de EK 8 zoals bij de Meetkundige Dienst geïnstalleerd, is geen schrijfmachine aangeslo ten, omdat de snelheid van het apparaat daar nadelig door beïnvloed zou worden, waarbij bovendien gesteld kan worden dat het voor deel van een speciale schrijfmachine niet op weegt tegen de kostprijs. De ponsband is gecodeerd in telexcode, zodat zij met behulp van een telex afgeslagen en eventueel gekopieerd kan worden. Als men er vanuit gaat dat er voor het vervaardigen van digitale kaarten 5500 registraties per blad (•H+H4+W4 Wild EK 8. 256 a u "lm u a (Min u

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1971 | | pagina 32