1121 lp 13 2! Op 11 HIS! lïf h aJ.ysJ,/. \j\-\MA_ z 'll/J 11 m ro W1 „arazi mm .j.-./.j.A :r: TmiixnrorTT" fk -ijl ijl ik 3.8. Hoekmeting Indien men met bestaande computerprogram ma's de coördinaten van de detailpunten wil laten berekenen kan men de hoekmeting in ten hoogste drie decimalen noteren. Dit komt goed overeen met de bereikbare nauwkeurigheid van een goede theodoliet. De fout die hierdoor ge maakt kan worden, blijft bij de detailmeting altijd binnen 1 cm. Wil men de waarnemingen noteren op de in het artikel van Bogaerts (1965) genoemde markscanningformulieren, dan intro duceert men een onnauwkeurigheid, doordat de waarnemingen op deze formulieren slechts in twee decimalen genoteerd kunnen worden. Bij een zorgvuldige meting en een juiste af ronding is de grootste te verwachten fout te stellen op 6 milligraad. Dit betekent bij een voerstraallengte van 500 m een afwijking in de ligging van het detailpunt loodrecht op de voer- straal van 4,7 cm. Ook al omdat in de praktijk gebleken is, dat het invullen van deze formu lieren een grote foutenbron is en dat de kosten verbonden aan het herstellen van deze fouten een veelvoud is van de winst, die men denkt te bereiken, doordat een ponstypiste de waar nemingen niet behoeft te ponsen, wordt gead viseerd speciaal voor deze metingen ontworpen ponsdocumenten te gebruiken. Op deze pons documenten kunnen de waarnemingen in drie decimalen worden genoteerd (Fig. 4). 4. Proefmetingen Uit metingen die hebben plaatsgevonden bij de tachymetrische inmeting van de kadastrale nieuwe toestand van ruilverkavelingen bij over eenkomst, kunnen enkele conclusies worden getrokken met betrekking tot de hanteerbaar heid en nauwkeurigheid van het systeem. De beschreven methode is vergeleken met de tachy metrische meting met de RDH (tachymeter met horizontale baak) van Wild. De ploegsamen- stelling is in beide gevallen gelijk. Het verschil bestaat echter hierin, dat bij de RDH-metingen de secretaris uitsluitend de waarnemingen no- II" Oj^ eié. U.IJ.i/1 I l/i SSSI 1 1 1 IvNylvMy \MAA I UblzUXl IS I LI 1 1 22 722T \Aa\ \AAA T hbUUl. T22IT L o\iV\A/\AAAj\ i 2222^12221/11 LéJ/lsiAdJA 1 zLfkL \M<\>\?\ 111 III 1Aav)a.j\A 21-; 1/1/1 IMIM (LyldAjijijlelyl \A3\j'j\p[A lyï-\As\3L\ I LI 127222)212-1/IJTyTT" TTT ii tl At 1 l l i l i i|.? As S\s 3 x\x ft i r Af DETAILMETING (polair) (meting met geodimeter) N5TR S1ANP NR PI AAT5 b| 7 1 3 object O- RICH! PUNT <0| iih $JL PET PUNT l*j 15 NR CORRECTIES DET U| u3 DERDt AFSTAND INW EXCENTR. EXCENTR HLLLING PUNT 415T AND UCHTW[( INSTR BAAK Av\a\a\, LzizJ Lik. A Ai 1/ AA \yh 171-1 i<?i. DLTAIl PUN AFSTAND RICHTING 17 18 19j20|2l|22 23 24 25J26 11 28 29 37 11 1 513 34135 aI- 36 (37 38 5 39 42 44 5 51 53| 54 3 55 56 57 J 58 S\ 59|60 y bi 62 63 V 66 2 67 68169 2" 70 Ti 72 74 p5 .(èJL ?5| 26 j 7b 7 77 78 \i 3 18 21 h 23 27 y 28 29 3 37 7 u 34|35 36 37 38 40.41 y 42 \J 43 44 51 57 s\j 53| 54 V 55 56 57 58 3 59jéö 63 J bfc 3 67 70 71 JL 72 78 17 z\o 19I2O 22 23 j. 28 29 L 3? 33 36 38 39 40141 j 42 7 43 44 51 52 53| 54 55 56 A 57 0 58 59 60 3 61 3 62 63 66 67 70 71 72 0 76 77 TB JL 17 L 18 19(20 l\ 22 A 23 24 29 37 33 37 38 s 39 t\s 40 41 44 Jt 51 52 55 56 JL 57 58 1 A\Y 59(60 9 63 66 67 68l69 i 71 72 73 fxt 0 0 74.75 76 77 7B i 3\J f1 Figuur 4. Ponsdocument dat voor de meting te gebruiken is (concept). 302

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1971 | | pagina 14