HAAG-STREIT COÖRDINATOGRAFEN
teert, terwijl hij bij de Geodimeter-metingen
tevens de theodoliet bedient. Deze taakverzwa
ring levert bij het gebruik van ponsdocumenten
geen moeilijkheden op.
Het voordeel van het gebruik van de Geodi-
meter komt vooral tot uiting in de vermindering
van de dichtheid van de meetkundige grondslag.
In twee vergelijkbare gebieden, waarbij respec
tievelijk RDH en Geodimeter werden gebruikt,
was de verhouding van het aantal punten dat
de grondslag vormde 4:1. Ook de veel hogere
snelheid van het opstellen van de reflector ten
opzichte van het opstellen van de RDH-baak
beïnvloedt de meetsnelheid. Gesteld kan wor
den dat het aantal punten dat per dag gemeten
kan worden minstens tweemaal zo hoog is bij
de Geodimeter. Deze verhouding is verder sterk
afhankelijk van de overzichtelijkheid van het
gebied, de afstanden tussen de detailpunten en
de atmosferische omstandigheden (sterke zon
nestraling, mist). In gebieden met een grote
puntdichtheid (topografische meting van een
weg bijvoorbeeld) is na een goede voorbereiding
het meten van 250 detailpunten per dag moge
lijk. Betreffende de hanteerbaarheid van het
systeem kan worden opgemerkt, dat een ploeg
die geroutineerd is in tachymetrische metingen
in zeer korte tijd kan worden ingewerkt. Binnen
enkele uren is de instructie gegeven en ligt de
produktie op een normaal niveau.
De nauwkeurigheid van beide systemen is gelijk.
Bij de gebruikte methodiek voor de kadastrale
tachymetrische inmeting worden ten behoeve
van de controle op de metingen afstanden met
een meetband gemeten tussen detailpunten
(eigenmaten). De gemeten eigenmaten worden
vergeleken met de uit coördinaten berekende
afstanden. Voor de verschillen is in twee ver
gelijkbare gebieden waarvan de ene met de
Geodimeter en de andere met de RDH gemeten
is, een standaardafwijking van 3,5 cm gevonden.
5. Samenvatting
Er is een systeem ontwikkeld, waarbij de Geo
dimeter model 6 gebruikt kan worden bij de
tailmeting. Omdat met de Geodimeter geen
hoeken kunnen worden gemeten, moet voor de
hoekmeting een theodoliet worden ingeschakeld.
Gekozen is voor een oplossing, waarbij de theo
doliet en Geodimeter naast elkaar worden op
gesteld. Zij worden gelijktijdig tijdens de meting
bediend. De excentrisch gemeten afstand wordt
met behulp van een tabel omgerekend tot de
benodigde afstand van vast punt tot detailpunt.
Met een tweede, voor elk instrument speciaal
te ontwikkelen, tabel worden uit de waarne
mingen van de Geodimeter de afstanden be
rekend. Een aantal malen 50 m moet worden
opgeteld. Dit aantal moet ontleend worden aan
een bestaande kaart of luchtfoto of uit andere
gegevens worden afgeleid. De meetprocedure
lijkt ingewikkeld. Dat dit schijn is, blijkt uit de
korte inwerktijd van meetploegen die met dit
systeem ervaring opdeden. De nauwkeurigheid
van het systeem is gelijk aan de nauwkeurigheid
die met RDH-metingen bereikt wordt. Het sys
teem moet gezien worden als een voorloper op
systemen waarbij de elektronische afstandmeter
en het hoekmeetinstrument in een instrument
verenigd zijn en waarbij de elektronische af
standmeter zelf de afstand berekent en zichtbaar
maakt. Voor diensten die de Geodimeter be
zitten of voordelig kunnen kopen, kan deze
methode aantrekkelijk zijn.
LITERATUUR
Rechthoekige coördinatografen 1200 X 1200 mm, 550 X 500 mm, 400 X 240 mm.
Poolcoördinatografen, diameter 400 mm. Ruitpuntenmallen.
Coördinatografen met digitale aflezing.
lilflkfl INGENIEURS-BUREAU KAUFMANN
ZWITSERLAND
303
Bogaerts, M. J. M. 1965. Een nieuwe methode voor
het registreren van meetgegevens. Tijdschrift voor Ka
daster en Landmeetkunde 81.4.
Witt, G. F. 1965. Automatisering bij de verwerking
van waarnemingen verkregen met optische afstand
meters. Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde
81.1.
Rapport van de N.L.F. werkgroep4 (elektronische
afstandmeting) met uitgebreide literatuurlijst. 1968.
Alleenvertegenwoordiging voor Nederland:
JOH. VERHULSTWEG 50 SANTPOORT-ZUID
TELEFOON (023) 37 87 53