sten e.d. Aangezien zulks geruime tijd zal ver
gen, zal het i.v.m. het natuurlijke verloop niet
noodzakelijk zijn tot ontslagverlening over te
gaan aan thans bij de verschillende provinciale
dienstonderdelen werkzame ambtenaren.
Zoals uitdrukkelijk gesteld in het antwoord op
desbetreffende vragen uit de Tweede Kamer,
blijkt uit deze afronding van de departementale
organisatie dat de Cultuurtechnische Dienst en
het Staatsbosbeheer niet tot één nieuwe ambte
lijke dienst worden samengevoegd. Ook in deze
nieuwe organisatiestructuur, die in overleg tus
sen de bewindslieden van landbouw en visserij
en van cultuur, recreatie en maatschappelijk
werk is voorbereid, worden de taken en be
voegdheden van het ministerie van C.R.M. in
het kader van de Natuurbeschermingswet ge
realiseerd.
Ir. A. Stoffels, thans Algemeen Directeur van
het Staatsbosbeheer, zal als raadadviseur wor
den belast met internationale aangelegenheden
op het terrein van het directoraat-generaal van
de Landinrichting en de Visserijen. Tegelijker
tijd zal de topstructuur van het Staatsbosbeheer
worden herzien. De huidige Directeur voor
Landschapsbouw en Natuurbeheer, ir. J. Ver
koren, zal worden benoemd tot Directeur van
het Staatsbosbeheer. Hij zal worden bijgestaan
door één adjunct-directeur en drie inspecteurs,
die hun werkterrein resp. in de bosbouw, de
landschapsbouw en het natuurbeheer zullen
vinden.
LANDINRICHTINGSBELEID
Hoewel de in de Regeringsverklaring aangekon
digde beslissingen ten aanzien van een aantal
aspecten van het ruilverkavellngsbeleid de toe
komstige landinrichtingsplannen zullen kunnen
beïnvloeden, zullen in die tussentijd de werk
zaamheden gericht blijven op de voorbereiding
van een stemmingsprogramma in 1972 van een
gelijke omvang als in de voorgaande jaren, te
weten 55.000 ha.
Blijkens de memorie van toelichting op de
Landbouwbegroting 1972 acht de minister van
landbouw en visserij een verantwoorde voort
gang van de in uitvoering zijnde ruilverkavelin
gen mogelijk met de beschikbaarstelling van het
in de begroting opgenomen bedrag voor 1972.
Werd voor 1971 219 miljoen uitgetrokken,
waarvan 204 miljoen voor rijksbijdragen en
voorschotten voor de uitvoering van werken en
15 miljoen voor overdrachten aan de Stich
ting Beheer Landbouwgronden (SBL), voor
1972 is 223}/; miljoen uitgetrokken, waar
van 204 miljoen voor de uitvoering van wer
ken en 19}/2 miljoen voor SBL-overdrachten.
Met dit programma kan in het licht van de te
verwachten loon- en prijsstijgingen een eniger
mate geringer werkvolume dan in 1971 worden
uitgevoerd.
De huidige objecten leveren ook belangrijke
baten op in de niet-agrarische sfeer. Inzicht in
de verdeling van de kosten over de verschil
lende aspecten van de landinrichtingsplannen
geven de begrotingen van de in 1970 gestemde
en derhalve in de periode 1971-1978 uit te
voeren projecten:
Ontsluiting 29%
Waterbeheersing 23%
Kavelvergroting 29%
Boerderijbouw 5%
Utiliteitswerken 2%
Recreatie
voorzieningen 5%
Landschapsbouw 5
Financiering en
afkoop toedelings
rechten 2%
Een verschuiving van de activiteiten naar het
noorden des lands in het volgordeschema 1971
-1975 is gehandhaafd, aldus minister ir. P. J.
Lardinois.
Voor wat betreft de procedure voor een een
voudige overeenkomst inzake kavelruil (veelal
kleinere projecten van overwegend administra
tieve aard, waarbij minstens drie deelnemers
moeten zijn betrokken) zijn na een aanloop
periode inmiddels op 70 plaatsen initiatieven
tot ontwikkeling gekomen.
Grondmobiliteit
De geïntegreerde uitvoering van de inrichting
van het platteland wordt ten zeerste vergemak
kelijkt door de grondmobiliteit, die in het ka
der van de ruilverkaveling wordt bereikt. De
eigendoms- en gebruiksrechten op de grond
worden immers losgekoppeld van de ligging
van de percelen in de oude toestand. Bij deze
herindeling van de eigendoms- en gebruiks
situatie kunnen landschapsplan, recreatievoor
zieningen, te beschermen natuurterreinen en
rijkswegen worden ingepast, zonder grote be
zwaren voor de belanghebbenden. Het verlenen
van een toeslag op de grondprijs in de vorm
van de afkoop van toedelingsrechten en de ver
plichte verkoop aan de Stichting Beheer Land
bouwgronden voor bedrijfsbeëindigingen in het
kader van het Ontwikkelings- en Sanerings
fonds voor de Landbouw zijn van groot belang
om voldoende grond te verwerven. Dit is niet
alleen van betekenis voor het realiseren van
niet-agrarische bestemmingen, maar tevens kan
op deze wijze grond beschikbaar komen voor
bedrijfsvergrotingen.
310