AANDACHT VOOR DE LANDMEETKUNDE IN DE CIVIELE TECHNIEK in De Ingenieur 1971, nr. 46, blz. B 129 e.v. staan onder het hoofd: De landmeetkunde in de civiele techniek, een viertal voordrachten af gedrukt, zoals die zijn gehouden op de Jaar vergadering te Delft op 29 december 1970 van de Afdeling voor Bouw- en Waterbouwkunde van het K. I. v. I. 1. Hydrostatische waterpassing, door ir. A. Waalewijn. 2. Positiepatronen in het Waddengebied, door ir. H. Ph. van der Schaaf. 3. Moderne luchtwaarnemingstechnieken voor civiele doeleinden, door ir. J. van Dixhoorn. 4. De Meetkundige Dienst en de wegontwer- per, door ir. H. Rietveld. De andere drie voordrachten zijn opgenomen in nr. 47, blz. B 143 e.v. 5. Fotogrammetrie, door ir. H. J. G. L. Aal- ders. 6. Elektronische afstandsmeting, door ir. D. de Bruyn. 7. Enkele toepassingen van de laser, door ir. J. H. M. van der Wal. B.N. LANDBOUWBEGROTING 1972 Aan het landbouwstructuurbeleid van de minis ter van landbouw en visserij heeft de Tweede Kamer der Staten-Generaal op 21 oktober jl. bij de behandeling van hoofdstuk XIV van de Rijksbegroting 1972 uitvoerig aandacht ge schonken, waarbij de door de bewindsman aangekondigde voorbereiding van een Landin richtingswet vanzelfsprekend een zwaar accent verkreeg. De bewindsman verzekerde de Ka mer dat met deze wetsindiening niet te haas tig te werk zal worden gegaan. Landinrichting is een evolutie van ruilverkaveling, waarmede wat het wetgevende aspect betreft ook eerst ervaring zal worden opgedaan bij de Recon structiewet voor Midden-Delfland. Evenals in dertijd met de Ruilverkavelingswet 1954 het ge val is geweest, zal de voorbereiding van de Landinrichtingswet jaren in beslag nemen, waarin het overleg over een aantal aspecten met het bedrijfsleven verdisconteerd is. 334 Landinrichting is verschuiving naar niet-agrarische functies Naar aanleiding van een betreffende Kamer vraag, hoe voorkomen kan worden dat grote kavels tot versaaiing van het milieu leiden, be toogde minister Lardinois, dat nieuwe beplan tingen niet uit een eenzijdig assortiment mogen bestaan. Een positieve aanpak van de land schapsbouw, zoals in de ruilverkaveling het geval is, is van groot belang in verband met doorgaande verwaarlozing van veel houtwallen, heggen en dergelijke. Deze verwaarlozing leidt tot een verdwijning van oude landschap pen in een tempo dat uitgaat boven wat tot dusver is vermoed. Aan de hand van voor het onderzoek gemaakte luchtfoto's blijkt, dat oude landschappen, heggen, houtwallen en al deze elementen die dikwijls de sfeer bepalen, ver dwijnen in een tempo van 2 a 7% per jaar. Gemiddeld gesproken verdwijnt het oude land schap in het overgrote deel van ons land in 20 a 25 jaar, zo er niets gebeurt. „Als wij niet proberen op bepaalde gebieden nieuwe landschappen te bouwen die passen in een gemoderniseerde landbouw, dan zitten wij straks met de brokken en is er niets voor in de plaats". De minister toonde zich verheugd, dat deze landschapsbouw reeds in een aantal ruilverkavelingen, die nu een jaar of tien gele den zijn gereed gekomen, is verwezenlijkt. Het huidige beleid geeft de planologen en landschapsbouwers hier de volle kansen. Landbouw en milieu Hoewel niet primair verantwoordelijk voor het milieubeheer, vormt dit toch een essentieel on derdeel van het takenpakket van het ministerie van landbouw en visserij, hetgeen in het beleid steeds meer tot uitdrukking komt. De land bouw is de grote beheerder van de open ruimte ten aanzien van het milieubeheer. Wer den in de loop der jaren door middel van landinrichting en ruilverkaveling reeds honder den bedrijven uit de dorpskernen naar buiten verplaatst, momenteel wordt ernaar gestreefd geen ontwikkelingen te laten beginnen, die over een aantal jaren wellicht niet meer zijn terug te draaien. Zo wordt op het ogenblik de goedkeuring van garanties in het kader van het Borgstellingsfonds voor de Landbouw me de afhankelijk gesteld van het bezit van de hinderwetvergunning.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1971 | | pagina 10