teresse ervoor op den duur verflauwen. Er zal
bereidheid moeten zijn om openheid van zaken
te geven, om ruimte te geven aan opmerkingen
en ideeën. Het zal niet slechts informatie dienen
te zijn van de leiding aan de medewerkers,
maar evengoed zou de leiding zich regelmatig
moeten laten informeren door de medewerkers
over de gang van zaken waarbij zij betrokken
zijn. Zie hiervoor verder in dit artikel onder
„werkbesprekingen".
Wil men betrokkenheid gaan stimuleren, dan
vereist dit een houding die gekenmerkt wordt
door grote openheid en democratisch besef.
Werkbesprekingen
Na het voorgaande zal het duidelijk worden
dat het regelmatig houden van werkbesprekin
gen noodzakelijk is. Via deze besprekingen
kunnen de informatie- en communicatie-kana
len goed functioneren. Zoals reeds is opgemerkt
zal het klimaat van zo'n werkbespreking geken
merkt moeten worden door openheid en demo
cratische instelling. Is dit afwezig dan kan er
moeilijk worden doorgedrongen tot kernproble
men. In de praktijk komt het vaak voor dat
deze besprekingen hierdoor verzanden. Men
gaat een gevoel van zinloosheid ervaren. Het
komt maar al te vaak voor dat chefs bepaalde
zaken gewoon niet op de afdeling ter sprake
brengen. Om wat voor reden dan ook. Het ge
volg kan dan zijn dat er langs elkaar heen
wordt gewerkt, en dat er doublures worden ge
maakt.
De vrees, dat men zijn autoriteit zal verliezen
als „men alles maar vertelt" zou bv. oorzaak
kunnen zijn dat men onvoldoende informeert.
Team-vorming
Het werken in team-verband speelt in de land
meetkunde een vrij belangrijke rol. In de bui
tendienst is men er op aangewezen. Meetploe-
gen van drie tot vijf mensen verrichten de bui
tenwerkzaamheden. Wil dit team goed en func
tioneel kunnen werken dan moet naast de
vaktechnische inbreng rekening worden gehou
den met de verschillende behoefte-categorieën
van de mensen. Zie hiervoor wat al is gezegd
onder het hoofd „betrokkenheid". Het is van
groot belang naar mijn mening, dat ruime
aandacht wordt besteed aan het vergroten van
kennis en vaardigheden van de meetassisten-
ten. Dit geeft een stimulans het werk wat meer
„gemotiveerd" te verrichten. Bv. ook de zin en
het doel van herhalingsmetingen (bij lengteme
ting, hoekmeting etc.) zal uitgelegd kunnen
worden. De zin ervan wordt ingezien en daarom
roept het geen weerstanden op. Dit geldt ook
voor andere zaken. Het gehele team moet dui
delijk worden waar men precies mee bezig is.
Als men directe opdrachten krijgt zonder ver
der iets te weten over het hoe, waarom en de
achtergronden, zal dit verlammend werken op
het ontplooien van eigen initiatieven.
De landmeetkunde is een typisch „doe-vak".
Dit brengt ook met zich mee, dat diverse han
delingen vele malen herhaald worden. Denk bv.
aan waterpassingen, detailmetingen, hoekmetin
gen en tachymeter-opnamen. Speciaal bij de
meetassistenten kan dit de verveling in de
hand werken. Ook met het oog daarop is het
gunstig als de meetassistent beschikt over wat
meer vaardigheden dan slechts het aflezen van
de meetband of het vasthouden van de baak.
Gedoeld wordt hier op het aflezen van de
theodoliet, het waterpasinstrument of van de
tachymeter, het noteren van de waarnemingen
en controle daarvan en het maken van eenvou
dige terreinschetsjes. Zodoende wordt de mo
gelijkheid geschapen dat van werkzaamheden
gewisseld kan worden. Dit spreekt in het bij
zonder bij tachymeteropnamen. Het aflezen, het
noteren van de waarnemingen en het opstel
len van de baken zijn werkzaamheden die
meetassistenten kunnen doen. Een goede en
grondige instructie moet er aan vooraf gaan.
Verder wordt nog opgemerkt dat we in de
landmeetkunde te maken hebben met een bin
nen- en een buitendienst. Het behoeft uiteraard
geen betoog dat het contact tussen deze twee
van groot belang is.
Introductie
In het algemeen is er nog steeds een tendens
te bespeuren, dat men de waarde van een ge
degen introductie van nieuwelingen binnen het
bedrijf nog te veel onderschat. Veel problemen
en moeilijkheden kunnen worden voorkomen
door dit goed aan te pakken. Het is belang
rijk dat er tijdens de introductieperiode duide
lijk geïnformeerd wordt over het bedrijf als to
taliteit. Onderwerpen die in dit verband aan de
orde komen zijn: omvang van het bedrijf, welk
beleid wordt gevoerd, voorlichting omtrent de
regels en gewoonten van het bedrijf, wijze van
betaling, promotie-mogelijkheden, rondgang
door het bedrijf en indien voorradig het uitrei
ken van een introductieboekje.
Het op deze manier binnenleiden van een
nieuweling kan een basis zijn voor het ont
staan van een gevoelsband tussen de nieuwe
ling en het bedrijf.
328
