dag na de meting al kon beginnen met het op tekening zetten van de 53 posities van de „Evgenia Chandris" is een detail beginnend bij de 7e minuut (voornamelijk het deel van B naar C uit fig. 1) afgebeeld in fig. 3. Het geeft een zeer gelijkmatig verloop te zien waaruit kan worden afgeleid dat het in de haven wel degelijk mogelijk is om een gelijkmatige koers te varen ongehinderd door stromingen en/of andere in vloeden binnen de haven. Ook de begeleidende stroommetingen die in grafieken zijn afgebeeld, gaven een gunstig beeld te zien zonder bijzon dere effecten. Ze zijn als illustratie weinig spre kend en daarom hier weggelaten. Het is de taak van havendeskundigen om aan de uitkomsten daarvan hun conclusies te ontlenen. Wel be grijpelijk voor buitenstaanders is het feit dat de stroommetingsuitkomsten ook werden verge leken met soortgelijke metingen in de 4e Petro leumhaven, waarvan de veiligheid in de praktijk al bewezen is. Aanvankelijk lag het in de bedoeling om bij de binnenkomst van nog twee tankers dezelfde metingen uit te voeren. Hiervan kon echter worden afgezien, omdat de uitkomsten van deze eerste meting, waarbij vooral de afbeelding van de vaarbeweging een grote rol gespeeld heeft, zowel voor Havenwerken als ook voor de onderzoekcommissie van de B.P., die eigenlijk de Gemeente min of meer aansprakelijk gesteld had, voldoende overtuigend waren om vast te stellen dat de 6e Petroleumhaven veilig ge noemd kan worden voor supertankers. 17 Tekenwerk: H. Nieuwland, le tekenaar afdeling Land meten, Gemeentewerken Rotterdam.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1972 | | pagina 17