over. De slaapplaatsen zijn doorgaans gemet seld en in de woonvertrekken. Regenbakken bestaan er niet en de privaten zijn buiten de woningen. Delden: zindelijkheid en doelmatigheid laten veel te wensen over, doorgaans dient hetzelfde vertrek tot eten, drinken, slapen, koken, roken van spek enz. Als pikante bijzonderheid vermeld ik u nog dat ook een onderzoek is ingesteld naar de voe dingsmiddelen en dat men daarbij herhaaldelijk aantreft dat tot de dranken putwater, bier en jenever behoren. Voorwaar geen opwekkend beeld daar in Over ijssel, maar men kan rustig aannemen dat het in de andere provincies bij de arbeidende klasse niet veel beter zal zijn geweest. Uit de eerder aangehaalde percentages van de één- en tweekamerwoningen die een sterk da lende tendens lieten zien, bemerkt u de gunstige invloed van de thans vervallen Woningwet 1901. Immers in die wet werd de gemeente verplicht voorschriften vast te stellen betreffende aan woningen en aan andere gebouwen te stellen eisen. Deze voorschriften zijn beter bekend als de bouwverordening, waarin bijvoorbeeld eisen worden gesteld omtrent de constructie, de hy giëne en het comfort, sociale eisen en de situe ring van de woningen ten opzichte van elkaar. Naast vele andere regelingen, te veel om op te noemen, mag ik u wijzen op de financiële steun die verleend kan worden aan woningbouwcor poraties. Het zijn deze bouwverenigingen die tot aan de tweede oorlog met ere mogen worden genoemd voor hetgeen zij ter verbetering van de volks huisvesting hebben verricht. Maar het in werking stellen van een wet bete kent nog niet dat alle misstanden op woning- gebied daarmede eensklaps verdwenen zijn. Ook nu nog zijn er rug-aan-rugwoningen, woningen met niet beschoten slaapgelegenhe den, ontbreken er bergruimten, is het closet buitenshuis, slechts één kraan in huis, ontbreken keukens (kooknis), onvoldoende lichttoevoer, smalle of te sterk hellende trappen, gebrek aan speelgelegenheid voor de jeugd. Ik zou u, geachte toehoorders, onderschatten als u mij niet direct de plaats zou kunnen aan wijzen waar dergelijke woningen ook in uw gemeente nog voorkomen. Dat zij nog voorkomen heeft verschillende oor zaken, waarvan de woningnood als gevolg van de crisis der dertiger jaren en de tweede oorlog wel speciaal mogen worden genoemd. Het is duidelijk dat dergelijke woningen gere kend moeten worden tot de categorie krot woningen, omdat de bewoonbaarheid volstrekt onvoldoende is. Nu is bewoonbaarheid een relatief begrip, hoe beter uitgerust de nieuwe woningen worden, hoe meer oudere woningen minder bewoonbaar worden geacht. Het hangt dus samen met de stijging van de woonnormen. Het opruimen van krotten is dus op de eerste plaats een maatschappelijk vraagstuk, het hangt direct samen met de gezondheid van de bewo ners, de geestelijke gezondheid niet te vergeten, het brengt schade aan het gezinsleven, de in tellectuele ontwikkeling der kinderen wordt ern stig gestoord (geen rustig plaatsje om huiswerk te maken) en zo zouden we het rijtje nog wel kunnen vervolgen. En daar een krot zelden alleen staat maar in een complex van vele krot ten, worden de genoemde nadelen nog ver sterkt.*) We zien dus dat de gemeenten in Nederland zich voor een enorme taak zien gesteld. Naar een ruwe schatting zijn er in ons land zo'n 600.000 krotten die aan een dringende vervan ging toe zijn en dat bij een in vele streken van ons land nog grote woningnood! Tot nu toe heeft krotopruiming plaats gehad a. in het kader van verkeersdoeleinden, b. in het kader van city-vorming, binnenstad reconstructie, openbare werken; c. incidentele, meer passieve krotopruiming in verband met het gevaar dat de woning op levert voor bewoners, omwonenden en voor bijgangers; d. krotopruiming in het kader van sociale sanering. Helaas staat de sociale sanering op de laatste plaats, waar zij op de allereerste plaats zou moeten staan. Het behoeft geen betoog dat we dit probleem niet in enkele jaren kunnen oplossen, al was 66 In de ministeriële beschikking „geldelijke steun krot opruiming" wordt het krot omschreven als een woning, die ongeschikt is ter bewoning en waarvan de gebreken niet door het treffen van lonende voorzie ningen kunnen worden weggenomen. In deze beperkte zin gebruik ik hier het woord krot niet. Meer maatschappelijk n.l. een woning welke in een samenleving niet aan de normen van de meer derheid voldoet. U bemerkt dat ik vermeden heb te spreken over krot bewoners, als ware het een bepaalde sociaal-econo mische categorie. Het is niet zo dat er krotten zijn, omdat sommige mensen niets liever willen dan in een krot te leven, maar er zijn krotbewoners omdat er voor hen geen goede en betaalbare woningen zijn.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1972 | | pagina 10