AANDACHT VOOR WETSONTWERP MIDDEN-DELFLAND De Reconstructiewet Midden-Delfland, voorbe reid door de minister van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening en betrokken ambtgenoten, onder wie de minister van landbouw en visserij, is thans in ontwerp bij de Tweede Kamer inge diend. Met dit wetsontwerp beoogt de regering te komen tot reconstructie van Midden-Delf land, omgeven door Delft, De Lier en de steden langs de Nieuwe Waterweg en met Schipluiden en Maasland als voornaamste woonkernen daar in gelegen. Met de reconstructie wordt beoogd in het belang van een goede ruimtelijke orde ning ten behoeve van enerzijds de openlucht recreatie en anderzijds de landbouw, een open ruimte te handhaven. Blijkens de Memorie van Toelichting dient in dit dichtstbevolkte gedeelte van ons land het bestaan van verschillende geledingen te worden verzekerd, waarbij een omvangrijk groengebied een belangrijk element vormt. In de Tweede nota over de ruimtelijke ordening in Nederland heeft de regering reeds de hoge waarde onder streept van de indertijd zogenoemde buffer zones. Niet alleen op rijksniveau maar ook in betrok ken gemeentelijke kringen is men zich reeds vroeg over de wenselijkheden en mogelijkheden betreffende dit gebied gaan bezinnen. Dit heeft in 1964 tot oprichting geleid van de Stichting Onderzoek Midden-Delfland. Na grondige voor bereiding, waaraan vertegenwoordigers van de centrale overheid, de gemeenten en het Hoog heemraadschap Delfland deelnamen, verscheen medio 1968 het eindrapport van de Stichting. In dit rapport worden aanbevelingen gedaan om de inrichting van Midden-Delfland tot stand te brengen. Bovendien wordt voorgesteld, voor namelijk ten behoeve van de beheersfase, voor het gebied een samenwerkingsregeling te tref fen. Voor deze gemeenschappelijke regeling, waaraan het Rijk deelneemt, zal een wetsont werp worden ingediend. Indelingsplan in hoofdlijnen De voorgenomen reconstructie, die in hoofd lijnen de voorstellen van de Stichting Onderzoek Midden-Delfland volgt en waarmede in de beide geldende streekplannen rekening is gehouden, omvat globaal het volgende: Van het ongeveer 6000 ha grote gebied zal - voornamelijk aan de oostzijde - een gedeelte van ongeveer 1900 ha voor verschillende vor men van recreatie geschikt worden gemaakt. In het overige gebied van ongeveer 4100 ha, dat bestemd blijft voor de landbouw, zullen zo danige voorzieningen moeten worden getroffen dat daarop levenskrachtige bedrijven ontstaan onder optimale omstandigheden voor aanpas sing aan de snel evoluerende bedrijfs-economi- sche inzichten. Ook in het landbouwgebied zul len enkele landschappelijke en recreatieve voor zieningen worden getroffen. Van de in het indelingsplan voorziene recreatie ruimte is 1600 ha in het oostelijk deel tussen Delft, Rijksweg 13, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen en de Vlaardinger Vaart gelegen. In Oost-West richting is aan het middengebied, bestemd voor de recreatie, een open karakter gegeven door een agrarisch gebied van 850 ha ten noorden en ten zuiden door het recreatie gebied te laten begrenzen. Dit agrarisch gedeel te sluit aan op het agrarisch gebied van weste lijk Midden-Delfland. In dit laatste gebied ko men overwegend weidebedrijven voor, met een verspreide glastuinbouw, behalve in de over gangszone naar het Westlandse kassengebied waar reeds grotere tuinbouwcomplexen zijn ont staan. De bestemming van het westelijke deel van Midden-Delfland zal niet ingrijpend wor den gewijzigd. Met beperkte recreatieve voor zieningen en een landschappelijke verzorging vervult het een wezenlijke functie in het behoud van de overige ruimte. Een speciale wet noodzakelijk De regering heeft voor de reconstructie van Midden-Delfland een speciale wet noodzakelijk geacht omdat zij zich geplaatst ziet voor een geheel nieuwe taakstelling, die in deze vorm niet eerder is voorgekomen. Deze taakstelling is dermate veelomvattend dat met de bestaande wettelijke middelen de nieuwe inrichting van het gehele gebied minder doelmatig en zonder de gewenste coördinatie zou worden gereali seerd. De uitvoering van het gehele project betreft immers een zeer veelomvattend programma van eisen. De infrastructuur moet worden aangepast aan voor dit gebied volkomen nieuwe eisen van in- en externe ontsluiting, waterbeheersing, pro- fielopbouw en landschappelijke verzorging. Het lijdt dan ook volgens de regering geen twij fel dat met het oog op een snelle, doeltreffende uitvoering, de inrichting slechts met een ge- integreerd uitvoeringsplan en in gecoördineerd verband kan worden verwezenlijkt. 98

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1972 | | pagina 14