HAAG-STREIT COÖRDINATOGRAFEN 1. Welke landmeetkundige werkzaamheden werden/worden in de arme landen verricht of kunnen verricht worden omdat er behoef te aan is? 2. In welk kader zou de geodeet zijn bijdrage aan de ontwikkelingssamenwerking kunnen leveren? Dit vereist een inventarisatie van de hulporganisaties en de bedrijven die in arme landen activiteiten hebben en waar ook geodeten (zouden kunnen) werken. 3. Wat is de bijdrage van het werk aan de ont wikkeling van het land, bijvoorbeeld in hoe verre is er bij een bepaald project sprake van kennisoverdracht, zodat een volgend project door eigen mensen kan worden uit gevoerd? 4. Wat zijn de mogelijkheden voor geodeten die niet uitgezonden worden maar „thuis" iets bij willen dragen? Zijn er bepaalde re search projecten of kleine projecten die door projectgroepen of afstudeerders kun nen worden aangepakt? 5. Is het studieprogramma op de voorberei ding van bovengenoemde werkzaamheden afgestemd en zo niet, welke wijzigingen zou den dan aangebracht moeten worden? Voor het verkrijgen van informatie over boven genoemde vragen leek het de werkgroep zinvol om onder meer een enquête te gaan houden onder diegenen waarvan vermoed werd dat zij in ontwikkelingslanden landmeetkundig werk verrichten of verricht hebben. Inmiddels is deze enquête verstuurd naar een aantal geodeten, HTS'ers landmeetkunde en an deren die landmeetkundig werk verrichten, maar het was voor de werkgroep bizonder moei lijk na te gaan of iedereen die ons nuttige infor matie zou kunnen verschaffen op deze wijze bereikt zou worden. Vooral geodeten of HTS'ers die in het verleden werkzaamheden op dit ge bied gehad hebben, zijn moeilijk te achter- halen. Daarom hebben we in dit tijdschrift de enquête geplaatst en verzoeken wij vriendelijk degenen die ons enig inzicht in de daar ge stelde vragen kunnen geven, deze te willen beantwoorden en terug te sturen aan: Laborato rium voor geodesie, t.a.v. ir. G. Bakker, Ka- naalweg 4 te Delft. De werkgroep zou graag de verwerking ervan in mei willen aanvangen en dankt bij voorbaat degenen die ons informatie willen verschaffen. Namens de werkgroep, G. Bakker. Rechthoekige coördinatografen 1200 X 1200 mm, 550 X 500 mm, 400 X 240 mm. Poolcoördinatografen, diameter 400 mm. Ruitpuntmallen. Coördinatografen met digitale aflezing. INGENIEURS-BUREAU KAUFMANN ZWITSERLAND 102 6. 1. Naam Volledig adres 2. Werkzaam of werkzaam geweest bij 3. Hebt u gesolliciteerd naar een betrekking in een ontwikkelingsland of bent u binnen het bedrijf, waar u al werkte, uitgezonden? 4. Hoe lang bent u al in een ontwikkelingsland werkzaam of werkzaam geweest? 5. Waar hebt u gestudeerd en in welke studierich ting? Welke landmeetkundige werkzaamheden verricht (verrichtte) u? Kunt u het nut van die werkzaamheden aange ven? In hoeverre was hier bijv. sprake van kennis overdracht? Aan welke landmeetkundige werkzaamheden is naar uw mening in het algemeen de grootste be hoefte voor de ontwikkeling van het land? Hebt u suggesties ten aanzien van problemen (zo als bedoeld in het begeleidend schrijven onder 4) die direct op de afdeling der geodesie als research projecten of anderszins aangepakt zouden kunnen worden? Zijn er achteraf colleges of wetenschapsgebieden die u graag in uw studiepakket opgenomen zou hebben gezien? Welke personen/instellingen zouden wij deze vra gen ook moeten voorleggen? Als we informatie nodig hebben over zaken waar van wij denken dat die op uw terrein liggen, mogen wij u dan schrijven? Hebt u nog verdere suggesties bijv. met betrek king tot de taak van de werkgroep? 9. 10. 11. 12. 13. Alleenvertegenwoordiging voor Nederland: JOH. VERHULSTWEG 50 SANTPOORT-ZUID TELEFOON (023) 37 87 53

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1972 | | pagina 18