Vakcursus voor technisch ambte- tenaar van het kadaster Examen 1971 Geodetische Astronomie en Boldriehoeksmeting Tijd: 1 uur, 50 min. 1. In een boldriehoek is de som van twee zijden tegelijk groter dan, gelijk aan of kleiner dan 180° met de som van hun over staande hoeken en omgekeerd. Bewijs dit met behulp van de tangensregel. 2. De sferische afstand tussen twee plaatsen A en B op aarde bedraagt 10.000 km. A ligt op de equator en B op 25° N.B. Wat is het tijdsverschil tussen deze plaatsen? (Omtrek van de aarde is 40.000 km.) 3. Hoe geeft u in de geodetische astronomie de plaats van een ster ten opzichte van de plaats van waarneming aan? Verduidelijk dit met een tekening. 4. Vertel iets over de dagelijkse aberratie. 5. Welke methoden van azimutsbepaling kent u? Behandel er één van. Hogere Wiskunde Tijd: iy2 uur. 1. Bepaal het differentiaalquotiënt van de volgende functies a. y ln2x2 b. y es (x sin x x cos x cos x) c. y x arc sin 2x i/2 V 1-4x- d. (x y)3 a x y 0 2. Bepaal de buigpunten en de richtingscoëffi ciënt van de buigraaklijnen voor de kromme y ëx-- e~x. 3. De krommen f (x) x en g (x) 2V x snijden elkaar in de oorsprong O en in een tweede punt S. Op OS wordt een punt P gekozen met x- coördinaat p. De lijn door P, evenwijdig aan de x-as snijdt g (x) in Q. a. Bereken de lengte van PQwat is de maximale grootte van PQ als p varieert. b. Bereken de oppervlakte tussen f (x) en g 4. Bereken de inhoud van het lichaam dat ontstaat door wenteling van de kromme y2 (x 4a) ax (x 3a) om de x-as, tussen de waarden x 0 en x 3a. 5. Van een cilinder is de inhoud gelijk aan 1. Welke afmetingen moet de cilinder hebben, opdat het totale oppervlak zo klein mogelijk is? 6. Bepaal de uiterste waarden van f (x) x2 x 1 x 2 Analytische Meetkunde Tijd: 3 uur. 1. Bepaal de vergelijking van de verzameling punten die even ver af liggen van de lijnen 3x 4y 4 0 en 7x 24y 20 0. 2. Gegeven is de kromme 25 9 1. Bepaal de vergelijking in een nieuw, ge draaid A Y-stelsel, waarvan de positieve A-as de hoek tussen de positieve A-as en de positieve Y-as midden door deelt. 3. Gegeven zijn de punten F1 (2,0) F., 2,0) en P (2, V2). a. Bepaal de vergelijking van de ellips en de hyperbool met Ft en Fals brand punten en gaande door P. b. Bepaal de vergelijkingen van de raak lijnen in P aan beide krommen. c. Bereken de afstand van F2 tot één van de asymptoten van de hyperbool. 4. Gegeven is de hyperbool x2 2xy 3y- 4x y 0. Bepaal hiervan de asymptoten. 5. Gegeven zijn de punten A (2a, o) en B (o, 2b). Bepaal de vergelijking van de cirkel door de middens van de zijden van A ABO (O is de oorsprong). Bewijs dat deze gaat door O en door het voetpunt van de loodlijn uit O op AB. 6. Gegeven is de parabool y2 2px en een willekeurig punt F op de richtlijn. a. Bewijs dat de poollijn van P door het brandpunt gaat. b. De poollijn snijdt de parabool in A en B. Bepaal de verzameling van de mid dens van AB, als P de richtlijn door loopt. 105 ^2 -y2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1972 | | pagina 21