Landmeten I
Tijd: 2i/2 uur.
1. Verklaar de hoek tussen boog en koorde,
waarvan sprake is bij de stereografische pro
jectie.
2. a. De nauwkeurigheid van berekende coör
dinaten, dan wel van die in de ligging
van gekaarteerde punten, kan worden
getypeerd door een aantal afwijkingen.
Omschrijf deze onder gebruikmaking
van de hiervoor in de H.T.W. gebezigde
letteraanduidingen.
b. Met welke van deze standaardafwijkin
gen heeft men bij de detailmeting voor
namelijk te maken (m.a.w. welke van
deze bepalen het beleid en waarom?).
c. Van welke orde van grootte kunnen de
hierboven onder a bedoelde standaard
afwijkingen zijn?
3. Wat verstaat U onder „verdichtingsaf
stand"?
4. Het ongeveer op schaal 1 3000 geschetste
terreinsgedeelte, begrensd door de Vaart, de
Industrieweg, de Rijksstraatweg en het wes
telijk raster, dient te worden opgemeten.
(Aan de kandidaten was een schets ca.
1 1000 verstrekt.)
Met betrekking tot de Vaart en de Rijks
straatweg behoeven geen m.c. meer te wor
den verzameld, evenmin van de oost/zuid
oost zijde van de Industrieweg.
Gegeven zijn de coördinaatpunten: 81, 321,
806 en 807.
aTeken op de schets in rood het door U
gekozen meetlijnenstelsel.
b. Geef daarbij aan onder doorlopende
nummering per soort maat welke
constructiematen (c, t/m c,„) en eigen-
maten t/m e„U wilt nemen.
c. Vermeld tenslotte in een staatje (als in
H.T.W.) de door U toegepaste controles
onder opgave van de daarbij betrokken
meetcijfers.
5. Een bocht in een wedstrijdcircuit moet wor
den uitgezet, onder toepassing van over-
gangsbogen (kub. par.), afgestemd op een
snelheid van 200 km/uur.
Men wenst de wrijvingscoëfficiënt 0 te
stellen en een max. verkanting i aan te
houden.
Gehandhaafd blijft, dat de lengte van de
overgangsboog L in meters V km/uur.
De middelpuntshoek van de bocht bedraagt
90 gr.
Gevraagd:
aUitgaande van de basisformule v2
g R de straal vast te stellen af
gerond op 100 m, onder inachtneming
van het hiervoor gestelde omtrent i.
g 9,81 m/sec.)
b. De uitzetgegevens langs de rechtstanden
te bepalen, rekening houdend met de
juiste plaats van M ten opzichte van
beide rechtstanden (dus rekening hou
dend met de verschuiving van M langs
de bissectrice).
c. Als er tijd beschikbaar is:
Op welke afstand van S kan het hulp
tangent worden uitgezet _L op de bis
sectrice).
6. Verklaar de berekening, analoog aan de zo
genaamde methode „Hof", van een even
wijdige verschuiving van een lijn die toege
past moet worden, teneinde de verdeling
van een perceel te bewerkstelligen op basis
van waarde.
Aangenomen wordt, dat het waardeverloop
binnen het werkgebied continu is in de rich
ting van de verschuiving.
106
,V81
bid
vaart
erf
wld
r ih
S cn
wld
wld
Schaal i 1:3000