c
draaien, zal slechts de horizontale component
van de aarddraaiing <u0.cos <p een uitwendige
kracht op de rotatie impulsvector Iwtoi van de
gyro-tol uitoefenen.
Het veroorzaakte uitwendige draaimoment
wordt volgens (10) en (19):
Mpr I(ütol.(Oa-COS q) (21)
Maakt nu de rotatievector lmtoi met de meridi
aanrichting Ge.N. een hoek a (fig. 13), dan ont
staat een richtkracht R, die de tol met een pre
cessiesnelheid cüpr in de meridiaan draait:
R Mpr.sin a (22)
Substitutie van (21) in (22) geeft:
R I(i)to/.oj„.cos(/.s'ina Iwtoi<*>pr (23)
waarin: mvr ovcosy.sina (24)
Uit vergelijking (23) blijkt, dat de richtkracht
recht evenredig is met het hoekmoment van de
93
I
inclinatie gyroscoop
met tol-as m cAe meridiaan
rotatie, as ^yroCobabieas oarde
Fig. 11
declinatie gyroscoop
met tolas in Viet horz. vlaU
rotatieaa gyro in Viet meridiaonvlat
Fig. 12