Voor het toepassen van de passagetijd-methode is een voororiëntering N„' vereist, welke binnen 15' juist is en die verkregen kan worden uit de aflezingen van 2 omkeerpunten volgens de schaal-methode of de omkeerpunten-methode. Bij de passagetijd-methode worden 3 of 4 nul doorgangen bepaald en de daartussen liggende 2, resp. 3, omkeerpunten. Meestal kan worden volstaan met 3 nuldoorgangen en 2 omkeerpun ten; bij de bepaling van de evenredigheidsfac tor c worden echter 4 nuldoorgangen en 3 om keerpunten afgelezen. De meting verloopt als volgt: de nuldoorgangen r„ t2 en t3 worden op de chronometer afge lezen en de omkeerpunten a, en a., op de gyro- schaal bepaald. t2 ti Ti met het teken van de eerste schaalaflezing, t3 t, T2 met het teken van de tweede schaalaflezing, At Ti T2 (algebraïsche som) tx 4- t3 212 (controle), A y2 (at a2) tekens van de schaal- aflezingen niet in aanmerking nemen. AN0' c.A.^t met het teken van At N Nn' AïV„' ijkcorrectie Er dient op gelet te worden, dat: - de evenredigheidsfactor c alleen geldig is, indien de voororiëntering N„' binnen 15' juist is; - het verschil tussen de voororiëntering N„' en de rustpositie N„ kleiner is dan 7,5'; - het verschil tussen ts en t, niet meer dan 5 seconden afwijkt van de normale slingertijd Td. De meettijd bedraagt, inclusief de voororiënte ring, ongeveer 30 minuten, ad. 4. De snelle methode geeft een benaderde richting naar het geografische noorden, die ech ter beter is dan een magnetische oriëntering. Deze methode kan dus gebruikt worden als voororiëntering ten behoeve van de schaal- of tijdmethode. De snelle methode berust op het bekend zijn van de slingertijd Tu en is een tijdmeting, zodat een chronometer vereist is. De meettijd be draagt ongeveer 5 minuten. Omdat de schijnbare beweging van het gyro- merk vlak bij het omkeerpunt zeer langzaam is en een moment stil staat, is het juiste tijdstip van het omkeerpunt niet voldoende nauwkeu rig te bepalen. Daarom wordt het gyromerk in zijn nulpositie gevolgd met behulp van de hori zontale fijnbeweging van de theodoliet en het volgen gestopt op het moment t0, dat de be weging van het gyromerk merkbaar vertraagt (zie fig. 19). Op dit moment wordt de chrono meter gestart. Wanneer het gyromerk de nul index in tegengestelde richting weer passeert, wordt de chronometer afgelezen, de tijd t door 2 gedeeld en opgeteld bij de kwart slingertijd: T t - 2 Op het moment van de tweede nul passage wordt het volgen van het gyromerk hervat en daarna gestopt op het moment, dat T t de chronometer - aanwijst. De gyro- theodoliet staat dan naar het (benaderde) geo grafische noorden georiënteerd. Bij deze me thode zijn 2 waarnemers nodig: één voor de bediening van de gyro-theodoliet en één secre- taris/tijdwaarnemer. Gesteld kan worden, dat de omkeerpunten- methode in principe de meest nauwkeurige me thode is. De kans op storende invloeden is bij deze methode echter groter dan bij de passage tijd-methode. Daarom wordt de laatste me thode, ook al in verband met de eenvoudiger bediening, als de meest geschikte meetmethode aanbevolen. Bovendien hebben proefmetingen met de Wild GAK-1 uitgewezen, dat de pas sagetijd-methode ongeveer 30% nauwkeuriger is, dan de omkeerpunten-methode. VI. Resultaten van eigen proefmetingen In de week van 25 tot 29 augustus 1969 heb ik een aantal proefmetingen verricht met de Wild GAK 1 opzet-gyroscoop en een Wild T 16 theodoliet en met de Wild ARK 1 gyro- theodoliet (artillerie-versie). De GAK 1 met toebehoren en de T 16 theodo liet werden ter beschikking gesteld door de firma Ahrend, afd. instrumenten te Rijswijk en de ARK 1 met toebehoren door de Artillerie- Schietschool te Breda, waarvoor ik beide in stanties zeer erkentelijk ben. Met de Wild GAK 1 werden eerst de &:-factor, de c-factor en de ijkcorrectie bepaald voor de combinatie gyroscoop - theodoliet - converter. Dit werd gedaan in de Haagse Beemden, PNEM-mast 46, waar een astronomische rich ting bekend is. De gevonden waarden, zoals blijkt uit bijge voegde meet- en rekenformulieren, bedroegen: k-factor: 0,1220 gr c-factor: 0,00089 gr ijkcorrectie: -0,8465 gr Daarna werden in de wijk IJpelaar op een 120

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1972 | | pagina 8