Na de uitzetting vanuit het Initial Point van de principal meridian en de base lines was voor de landmeters de volgende stap de vaststelling en afpaling van lijnen parallel aan de base line op afstanden van 24 mijlen noord en zuid vanaf het Initial Point op de principal meridian. Deze lijnen werden „correction lines" genoemd, omdat op deze de convergentie van de „guide meridians" werd gecorrigeerd. Deze „guide me ridians" werden verkregen door de uitzetting langs de base line en langs de correction lines van terreinpunten op elke 24 mijlen vanaf de principal meridian en de uitzetting vanuit deze hoekpunten van grenslijnen zuiver in de rich ting van het astronomisch noorden tot deze convergerende lijnen de eerstvolgende parallel cirkel op een afstand van 24 mijl ontmoeten. De door die noord-zuid en oost-west omsloten 24 vierkante mijlen was de bestuurlijke een heid van de county. De eerstvolgende onderverdeling was die van de uitmeting en afpaling op het terrein van vierkanten, elk met een zijdelengte van 6 mijl, evenwijdig aan de base line en aan de principal meridian. De noord-zuid zijden van die vier kanten heten de Range lines, de oost-west grenzen dragen de naam van Townshiplines, geheten naar de bestuurlijke eenheid „Town ship" binnen het vierkant van 36 quadrat miles. Identificatie Township Ten einde elk van de honderden Townships te kunnen lokaliseren, is vanaf den beginne door de federale regering een identificatiesysteem gevolgd, dat uitgaat van het Initial Point van het bestreken gebied, de principal meridian en de base line. De identificatie van de Town ships heeft veel weg van onze manier van terug vinden van percelen via de letter en nummer van de „ruit" van het kadastrale plan. Alle Town ships gelegen tussen de base line en de eerste Township line noord en zuid van de base line hebben als indicatie I: Township line 1 North resp. Township line 1 South; die tussen town- shipe line 1 en Township line 2 hebben als indi catie I: Township line 2 North resp. Township line 2 South, en zo vervolgens. Evenzo is indi catie II van alle Townships ten westen, resp. ten oosten van de principal meridian achter eenvolgens: Range line 1 West, resp. Range line 1 East. Verkort wordt zulk een identifi catie weergegeven door resp. TIN, T1S; R1W, R1E. Een Township, gelegen in de 3e rij zui delijk van de base line en in de 2e rij oostelijk van de principal meridian wordt aldus volledig bepaald door de korte aanduiding: T3S, R2E. Een blik op de kaart op afb. 6 maakt het sys teem voldoende duidelijk. De wet van 1785, welke de instelling beval van het rectangular survey system, bepaalde alleen de opmeting van het „public land" in vierkan ten van 6 mijlen zijdelengte, met dien verstande dat de landmeters op iedere mijl van de gren zen van de Townships een „monument", een min of meer permanent grensteken moesten oprichten of (in de wouden) aangeven. Al spoe dig evenwel bleek, dat een „six mile square" te uitgestrekt was om er een uitgegeven stuk land in te beschrijven en te lokaliseren. Vandaar dat in 1796 het Congres een wet aannam, waarin werd vastgelegd dat een reeds opgemeten Township bij gebleken behoefte aldus moest worden gesplitst: in 36 sections, elk van een vierkante mijl, waarvan de hoekpunten op het terrein door blijvende merktekens moesten worden aangeduid en afgebakend. De wijze van nummering van de sections was bij de wet bepaald; n.l. lopend van nummer 1 in de noordoost hoek van de township en afwisselend per rij van oost naar west en van west naar oost, eindigende in de zuid-oosthoek van de Township met nummer 36. Deze wijze van sectienummering is sindsdien in alle „public lands"-staten van Amerika tot op de huidige dag in gebruik en zelfs op de toeristenkaarten van verscheidene Noord-Ame rikaanse landen vindt u deze indeling vermeld. De wegen volgen veelal niet alleen de recht hoekige grenzen van de counties en van de Townships, maar vaak ook de grenzen van de sections. Het gezamenlijke „Public Lands" om vat bijna drie miljoen vierkante mijlen, ofwel ongeveer 700.000.000 hectaren. Hiervan is in de halve eeuw na de Onafhankelijkheidsver klaring ongeveer 2 miljoen vierkante mijlen door de rijkslandmeters voor de openbare ver koop afgepaald en opgemeten. Percelen In de loop der jaren bleek het nodig, over te gaan tot splitsing van de percelen van een vierkante mijl in kleinere delen. Het Ameri kaanse Congres wilde in 1800 niet verder gaan dan een uniform geregelde splitsing in ooste lijke en westelijke halve sections, doch vijf jaar later kwam men, door de praktijk gedwongen, al tot een wettelijke verdeling in quarter-sec tions, waarbij uitdrukkelijk een duidelijke be- bakening op het terrein van alle quarter- section-hoekpunten werd voorgeschreven. De eventuele koper van de 40 acres grond moest niet alleen op de landmeterskaart kunnen zien waar het te kopen land was gelegen, maar moest bovendien op het terrein duidelijk kun nen waarnemen dat hij waar voor zijn geld 154

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1972 | | pagina 10