Kaarten als tussenproduct De volgende morgen werd geopend met een inleiding van prof. ir. A. J. van der Weele (rec tor ITC) over Kaarten als tussenproduct. Als men het product snel wil leveren, zou men soms kunnen volstaan met een foto. Dit heeft echter een aantal nadelen. Er ontstaat een ver tekening door het hoogteverschil en door de helling van de camera-as; verder ontbreken hoogtegegevens en andere elementen die op een kaart wel voorkomen (namen e.d.). De fotokaart is al vrij lang in Nederland toe gepast; nl. de ontschranking voor de topogra fische kaart en ook diende indertijd de foto kaart als basis voor de rivierkaart. Het tussen product werd echter niet aan de gebruiker ter hand gesteld. Duurt de levering van een ont schranking langer dan die van een foto, de orthofoto heeft nog weer een langere leverings- tijd. Het ruimtelijk beeld van twee foto's wordt in evenwijdige banden van gelijke breedte af getast door een spleetvormig meetmerk. Hori zontale vlakjes, van enkele mm2 op de foto- schaal, worden achtereenvolgens orthogonaal geprojecteerd en fotografisch vastgelegd. De nauwkeurigheid van de orthofoto is afhan kelijk van de breedte van de band die wordt afgetast, de helling van de projecterende stralen waardoor de oorspronkelijke foto ontstond en de snelheid van het meetmerk. Een fotokaart heeft een aantal voordelen ten opzichte van een getekende kaart. Bij een ge tekende kaart is men afhankelijk van de land meter; hij kan iets vergeten hebben of men wil er later nog iets bij hebben. Aan de informatie die eenmaal op de foto staat wordt niets af gedaan. Door de foto verkrijgt men een basis stuk dat voor vele doeleinden gebruikt kan worden; door middel van reproductie kunnen bepaalde zaken opgehaald c.q. afgezwakt wor den. Op andere punten is echter de getekende kaart weer in het voordeel. Men kan de kaartinhoud duidelijker herkennen o.a. door het gebruik maken van symbolen. Bij de fotokaart is het „lezen" moeilijker; de gebruiker is in het nadeel in vergelijking tot de fotogrammeter, die van de stereoscopie gebruik kan maken. Ook de leesbaarheid van de fotokaart is iets minder. Dit is echter veelal te verhelpen door er namen, symbolen, kleuren e.d. op te drukken. De fotokaart is sneller te leveren dan een in getekende kaart; het maken van reproducties is echter duurder. Fotokaarten kunnen ook zeer nuttig als eind product worden gebruikt. Een aantal sprekende voorbeelden werden getoond. Een foto van een woestijn in Arabië geeft informatie die een ge tekende kaart niet kan geven. Ook werd ge toond een fotokaart van Mauritius, gemaakt ten behoeve van irrigatiewerken. Op deze foto's werden de percelen aangegeven en genummerd om zodoende een soort eigendomsrecht te krij gen waarmee men tot een goede schadevergoe dingsregeling kon komen. Tenslotte werd een voorbeeld van een zgn. Pictomap getoond. Deze verkrijgt men door een rechtlezend diapositief met daaronder een spiegelbeeldig negatief en een heldere tussenlaag te belichten en af te drukken op een gevoelige lithofilm. Zo'n Picto map is veelal gemakkelijker leesbaar, bepaalde zaken als b.v. wegen kan men dan weer in kleur ophalen. Om een idee te geven van de tijd nodig om een model te fotograferen voor het maken van een orthofoto, volgt hieronder een staatje met de tijd in uren aangegeven. Het niet-metrisch gebruik van foto's Hierna sprak ir. J. M. Remeijn (ITC) als bos bouwkundige over het niet-metrisch gebruik van foto's. Deze inleiding wordt gepubliceerd in Geodesia 1972 7/8. Het kostenvraagstuk Na de lunch hield de heer C. Sprenger (KLM Aerocarto N.V) een voordracht over Het kos tenvraagstuk bij luchtkaartering. Het beantwoorden van de vraag of een bepaald gebied, waarvan een kaart in de schaal 1 1000 c.q. 1 500 wordt gevraagd, terrestrisch dan wel fotogrammetrisch moet worden aangepakt, dient van object tot object te worden onder zocht. De keuze fotogrammetrisch of terrestrisch is in Nederland afhankelijk van de volgende fakto- ren: 1. Oppervlakte van het te kaarteren gebied. 2. Het terreintype. 3. De inhoud en het doel van de kaart. 4. De bereikbaarheid van het te kaarteren ge bied en de beweegbaarheid binnen het te kaarteren gebied. 5. De aanwezige meetkundige grondslag. 162 Snelheden Theore Waar Aantal Waar Aantal v. beweging tische nemer malen nemer malen meetmerk tijd A gestopt B gestopt 2,5 mm/sec. 6,8 8,2 7 8,0 7 3,3 5,1 5,5 5 6,2 4 5,0 3,4 4,0 4 4,2 4 7,5 2,3 3,0 3 3,5 5 10,0 1,7 2,0 2 2,7 2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1972 | | pagina 18