6. Aanwezig kaartmateriaal. 7. Schaal van het eindproduct (1 500, 1 1000 of 1 2000). 8. Tijdsfactor (wanneer wordt het product af geleverd). 9. De kosten. Aangezien in Nederland tot op heden de ge tekende kaart in de schaal 1 1000 het meest gevraagde eindproduct is, wordt het kosten- vraagstuk beperkt tot dit eindproduct. De totale kosten voor de uitvoering van een luchtkaartering in Nederland wordt gevormd door: 1. Verticale luchtfotografie. 2. Terrestrische werkzaamheden, waaronder te verstaan: voorsignaliseren van de paspunten met witte schijven en waar nodig de bewa king daarvan. Identificatie van de paspunten op de luchtfoto's, inmeten en berekening van de paspunten t/m de x, ^-coördinaten aan gesloten aan het RD-net. 3. Fotogrammetrische werkzaamheden, waar onder te verstaan: voorbereiding van de op namen voor aerotriangulatie en blokvereffe- ning. 4. Kaartering 1 1000. Oppervlaktebepaling en indeling in terreintypen. Economisch gezien is een opdracht van 100 ha aaneengesloten landelijk gebied aanvaardbaar, evenals een opdracht van 30 a 40 ha bebouwd gebied. Zijn de werkzaamheden, genoemd on der 1, 2 en 3, eenmaal uitgevoerd, dan gelden hiervan de getallen 40 en 20 ha aaneengesloten gebied. Het is in Nederland niet mogelijk voor de kos ten een verdeelsleutel samen te stellen, welke in het gehele land kan worden toegepast. Van de luchtfotografie kan gezegd worden dat de kosten per ha gerekend afnemen naar mate de oppervlakte van het te fotograferen gebied toeneemt. Zoals de kostenberekening voor de luchtfoto grafie wordt toegepast in Nederland, is 100 ha luchtfotografie in Groningen of Friesland gelijk in kosten als in Zuid-Holland of Zeeland. Dit laatste kan ook gezegd worden van de aerotriangulatie en blokvereffening. Deze regel gaat echter niet op voor de kaar tering. Er is een belangrijk verschil in terreintype tus sen b.v. het open, weinig begroeid noordelijk landschap en het dichte, geparcelleerde en meer begroeide gebied in het zuiden of oosten van ons land. Bij de kostenbepaling voor kaartering worden vijf terreintypen onderscheiden, nl.: 1. Bebouwd gebied. 2. Zware parcellering met verspreide bebou wing. 3. Normale parcellering met verspreide bebou wing. 4. Zware parcellering. 5. Open gebied (landelijk gebied). Afhankelijk van het terreintype wordt een ca mera gebruikt met een brandpuntsafstand van 15 cm, b.v. bij terreintype 2, 3, 4 en 5 of een camera met een brandpuntsafstand van 21 cm bij terreintype 1. Hier volgen enkele voorbeelden van een kosten berekening per ha voor landelijk gebied (type 5), opnameschaal 1 6000, camera 15/23 cm en een karteerschaal 1 1000. 4,— 2,— 2,— Tenslotte een kostenberekening waarin voor komen terreintype 1 (25 ha), terreintype 2 (25 ha), terreintype 3 (25 ha) en terreintype 5 (25 ha). Opnameschaal 1 4000, camera 21/ 18 cm. Oppervlakte 100 ha. Bij deze kaarteringsbedragen is uitgegaan van een gravure op stabilene, inclusief een Kodak contactkopie. Naverkenning is niet inbegrepen. De kosten voor een potloodkaartering liggen ongeveer 8% hoger dan op stabilene. Na de voordracht was er gelegenheid tot het stellen van vragen aan een forum, bestaande uit de inleiders van de beide studiedagen. Er werd hiervan een druk gebruik gemaakt. Toen de voorzitter 's middags om drie uur de studiedagen met een dankwoord aan de inlei ders afsloot, kon worden teruggezien op een tweetal zeer leerzame dagen. B. N. 163 Oppervlakte 100 ha 200 ha 400 ha Luchtfotografie 11,70 6,50 Terrestrische werkzaamheden 36,- 27,— 22,50 Fotogrammetrische werkzaamheden 2,70 Kaartering 1 1000 51,— 51,— 51,— Kosten per ha 101,40 86,50 79,50 Luchtfotografie f 13, per ha Terrestrische werkzaamheden f 36, per ha Fotogrammetrische werkzaamheden f 5,40 per ha Kaartering 1 1000 99,75 per ha Kosten per ha 154,15

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1972 | | pagina 19