rente vervangen door contante verkoop door de Stichting Beheer Landbouwgronden aan ge gadigden voor zover deze qua bestaande en nieuwe bedrijfsgrootte voldoen aan daartoe na der te bepalen voorwaarden, alsmede door uit gifte in erfpacht onder grondbankcondities. In sommige gevallen is het niet uitgesloten, dat ook uitgifte in pacht zal kunnen worden bezien. De voor uitgifte in erfpacht c.q. pacht ter be schikking komende gronden zullen door de SBL in eigendom en beheer worden overgedragen aan de Dienst der Domeinen, terwijl de land bouwstructuren aspecten door het SBL-bestuur zullen worden bezien. Het wetsontwerp voor de wijziging van de ruil verkavelingsrente en van de stemmingsproce dure zal na verkregen advies van de Centrale Cultuurtechnische Commissie op korte termijn worden ingediend. Voor alle ruilverkavelingen die op de ingangsdatum van de herziene wet nog moeten worden gestemd, zal de herziene ruilverkavelingsrente gelden. De wijzigingen ten aanzien van het subsidie percentage, de vrijwillige verkavelverbeterings- werken, de aftrek voor wegen en waterlopen en de wijziging van de financiering van de grond die bij bedrijfsvergroting zullen gelden voor alle ruilverkavelingen, waarvoor het ruilverkave lingsrapport na de datum van indiening van deze Nota nog moet worden behandeld in de CCC, terwijl voor de lopende ruilverkavelingen de bestaande toezeggingen niet zullen worden aangetast. De wijziging van de steminingsprocedure Vooral naarmate de ruilverkavelingsplannen meer zijn gaan omvatten en tevens niet-agra- rische belangen zijn gaan dienen, is sinds een aantal jaren een toenemende weerstand ont staan tegen de bepaling dat diegenen die niet aan de stemming deelnemen, worden geacht hun toestemming tot de ruilverkaveling te ver lenen. Deze weerstand hangt nauw samen met het feit dat er in vrijwel alle ruilverkavelings- gebieden een zeer groot aantal eigenaren is van kleine tot zeer kleine stukjes grond. Juist deze eigenaren van kleine stukjes grond namen vaak niet aan de stemming deel, waardoor de ruil verkaveling in sommige gevallen wordt aange nomen op basis van een meerderheid die door de geringe belangstelling van deze groep tot stand is gekomen. Bij een voorstel tot wijziging van de stemmings procedure rijst de vraag in hoeverre dit past in het kader van een in voorbereiding te nemen landinrichtingswet. Hierbij dient te worden be dacht, dat in de huidige situatie ten aanzien van ruilverkaveling, herverkaveling en reconstructie van landelijke gebieden vier vormen van be sluitvorming zijn te onderscheiden. Hieruit blijkt dat, naarmate de algemene belangen die van de grondeigenaren overtreffen, een geringer gewicht aan de instemming van de individuele grondeigenaren wordt toegekend. En andersom blijkt, dat de instemming van alle grondeigena ren nodig is, indien zoals bij kavelruil vrijwel uitsluitend agrarische belangen worden gediend. In dit kader lijkt het niet onwaarschijn lijk dat een nieuwe landinrichtingswet verschil lende werkwijzen met bijbehorende besluit vormingsprocedure zal blijven kennen, uiteen lopend van kavelruilovereenkomst tot een pro cedure voor landinrichtingsprojecten waarin algemene belangen een doorslaggevende rol spelen. Voor die projecten waar minder dan 5% van de grond voor niet-agrarische doel einden nodig is en overwegend agrarische doel einden worden nagestreefd, lijkt handhaving van een besluitvormingsprocedure zoals nu voor de ruilverkavelingen wordt voorgesteld, niet onwaarschijnlijk. Het voorstel om de vergadering waarin wordt gestemd te doen vervallen en te vervangen door de bij algemene verkiezingen gebruikelijke organisatie met stembureaus is o.m gebaseerd op de ook bij de geldende procedure reeds op gedane ervaring, dat bij een groot aantal stem gerechtigden de huidige vorm zeer bezwaar lijk is. Beleidsvoornemens inzake ruilverkaveling en landinrichting Zowel de Brusselse structuurbesluiten als de beslissingen van de regering ten aanzien van ruilverkaveling en landinrichting maken verder beraad en overleg noodzakelijk. De bepalingen in de richtlijn betreffende de modernisering van landbouwbedrijven ten aanzien van ruilverkave lingen zullen ten uitvoer worden gebracht, na dat hieromtrent advies is uitgebracht door de CCC. In dit kader kan een verdere onderlinge afstemming van het ruilverkavelingsbeleid, het bedrijfsbeëindigingsbeleid en het bedrijfsont- wikkelingsbeleid een belangrijk uitgangspunt zijn. Het stimuleren van schaalvergroting en mo dernisering van perspectief biedende bedrijven tijdens de uitvoeringsperiode van de ruilver kaveling kan het nuttig effect van de totaliteit van de maatregelen slechts vergroten. Tegelijkertijd zal het ruilverkavelingsbeleid ge baseerd blijven op de realiteit van de toenemen de niet-agrarische functies van het platteland. De belangrijkste doeleinden van het landinrich- 166

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1972 | | pagina 22