xlt
xA
xM
s
xc
In het gebruikelijke schema voor de bepaling
van het snijpunt van 2 rechten behoeven we
slechts - tg MP te vervangen door cotg DC.
Alle gegevens zijn nu voorhanden om de for
mules (3) en (7) in een doorgaande bewerking
De keus tussen schema lila of Illb is niet vrij.
We mogen namelijk niet zondigen tegen de
regel, die in het artikel „Grote (co)tangenten"
in Geodesia van februari 1960 is gesteld:
Bij een snijpuntsbepaling berekenen we
van de eerste rechte de (co)tangens kleiner
dan 1, onverschillig hoe groot de (co)tan-
gens van de tweede rechte zal zijn.
Is de absolute waarde van tg DC in schema
lila groter dan 1, dan dienen we schema Illb
te volgen.
te behandelen volgens schema I en de formules
(4) en (8) volgens schema II.
Na berekening van tg DC en cotg DC volgt
dan de bepaling van het snijpunt P, zoals in
schema lila of Illb is aangegeven.
SCHEMA I:
Or
3
ya
Ym
Yb
S
1
Ib
6
cotg a
- cotg (3
Rr
9
(Xn Xr—Xlt)
XC XD
SCHEMA II
Or
3
XB
1
Ib
6
cotg a
cotg |3
Yb
Rr
9
yA
(Y„ Yc— Y„)
Yc—Yn
SCHEMA lila:
Or
3
Ym
YP
Ib
6
tg DC
tg DC cotg DC
cotg DC
Rr
9
SCHEMA II
Ib:
Or
3
Xc
XM
XM
Ib
6
cotg DC
cotg DC tg DC
tg DC
Rr
9
Yc
YP
186
De bewerking van schema lila is eveneens uit het
VTAK-orgaan van september 1956, blz. 157, over
genomen in het Supplement Gerichte Vlakke Drie
hoeksmeting. En het is waarschijnlijk dat dan ook het
formulier Kad. nr. 32 daarbij aangepast zal worden.
Als dat nu maar goed gaat. Want de hiervoor ge-
noemde eenvoudige en voor zichzelf sprekende regel
uit Geodesia van februari 1960 is volkomen ge
negeerd. Inplaats daarvan heeft ir. Harkink, zonder
enig bewijs, in dat Supplement aan de berekening van
snijpunten op blz. 142-2 ingevoegd:
„Daar men van beide argumenten de tg of van beide
de cotg moet nemen, is de kans groot, dat men er een
absolute waarde 1 bij krijgt. Men moet dan in elk
geval de grootste van de mogelijk voorkomende ab
solute waarden vermijden door als volgt te werk te
gaan. Uit de argumenten vormt men, door weglating
van de honderdtallen graden, hulphoeken. Van het
argument waarvan de hulphoek het meest van 50 gr
verschilt, kiest men de functiewaarde, die direct aan
de goniometrische tafel kan worden ontleend (tussen
1 en 1). Voor het andere argument moet men
(noodgedwongen) dezelfde functie gebruiken."
Dat is helemaal fout. Als van twee rechten de tan
genten zijn 1/100 en 150, dan kiest hij de cotangenten
100 en 1/150; daarmede mag hij in het snijpunt een
fout van 5 cm verwachten.
X A
ym
X M
Xp
Y„