SCHWEIZ Voor iedere hoek is deze afwijking nu wel heel gemakkelijk te berekenen. Is a 100 gr, dan is ac 1,14 mm per 1000 meter; is a 133 gr, dan is ac 1,32 mm per 1000 meter. Daar komt nog bij de fout, tengevolge van de als tussenresultaat in mm afgeronde coördi naten van C, groot 0,7 mm. Die geldt echter voor alle hoeken, zodat het verschil blijft 0,18 mm per 1000 meter. Voor de afwijking in D geldt precies hetzelfde: 1 1/7 ai> smrn Per 1000 m, met de afron- sin 6 dingsfout van 0,7 mm. Het zijn die afwijkingen ac en a,„ die de be paling van punt P beïnvloeden. Hoe groot daar door de afwijking in P is, valt nauwkeurig af te leiden uit de afstanden CP en DP, die resp. tg y2 a en tg l/2 (3 bedragen. Hebben ac en aD hetzelfde teken, dan is het voor ons doel voldoende te constateren, dat de grootte van de afwijking in P, die we aP noe men, ligt tussen de waarden van ac en aD. Hebben ac en aD een tegengesteld teken, dan zal de belangrijkste afwijking in P loodrecht op MP staan; we noemen die bP. Bij gelijke hoe ken a en (3 zal bP zich verhouden tot ac als tg y2 a, ofwel: bP ac cotg ]/2 a. Dit houdt in, dat als cotg y2 a kleiner is dan 1, ook bP kleiner zal zijn dan ac\ dit is het geval indien a groter is dan 100 gr. De afwijking wordt dus niet groter indien a of 6 groter zijn dan 100 gr. Conclusie De afwijking in P, die een gevolg is van de af wijkingen in C en D, verschilt bij hoeken van 100 gr of van 133 gr slechts 0,18 mm per 1000 meter, d.i. 1 mm per ruim 5 km. Wat nu verder nog gebeurt, is niet zo belang rijk meer, aangenomen tenminste, dat het snij punt van de rechten CD en MP op de juiste manier berekend wordt. Van de rechte CD worden de (co)tangenten uit coördinatenverschillen bepaald. Deze zouden zonder moeite in 7 decimalen kunnen worden berekend, waarmede de nu nog volgende af wijking gedecimeerd zou worden. Dat is echter niet nodig, een afronding op 6 decimalen is voldoende; <5 cotg DC is dan 5.10-7. De groot ste afwijking in P, loodrecht op CD, bedraagt dan CP 6 cotg DC tg y2 a (<5 cotg DC) 0,5 tg y2 a mm per 1000 m. Bij een hoek van 100 gr is dat 0,5 mm per 1000 m en bij een hoek van 133 gr slechts 0,87 mm per 1000 m. Wie belang stelt in een verdergaande uitwer king van de afwijkingen in P, mag ik verwijzen naar het VTAK-orgaan van mei 1959, blz. 94 e.v. Hiermede is afdoende aangetoond, dat de be perkende bepaling in de h.t.w. voor de bereke ning volgens Cassini volkomen overbodig is. En niemand zal nog kunnen volhouden, dat de methode met barycentrische coördinaten een nauwkeuriger resultaat geeft. Men weet niet eens wat nu eigenlijk de nauwkeurigheid van die methode is. Misschien ook vindt deze me thode nog slechts toepassing door het vermeen de pluspunt tegenover de methode Cassini. Cassini heeft alleen maar pluspunten; de me thode met barycentrische coördinaten niet. Geeft het de heren examinatoren van de HTS een schok (opnieuw) aangetoond te zien, dat de h.t.w. niet onfeilbaar is? Hadden zij mijn arti kelen gelezen, misschien zouden zij het met mij eens zijn, dat 5 van hoofdstuk V beter in zijn geheel uit de h.t.w. had kunnen zijn weggelaten. En stellig zouden zij ontdekt hebben, dat er toch wel sprake is van enige achterstand in het vak landmeetkundig rekenen aan de HTS. Ingenieur 189 Wir suchen einen weiteren Landmeetkundig op HTS-niveau zur Mitarbeit bei Katastervermessungen. Innen- und AuBendienst. Deutsche Sprachkenntnisse Voraussetzung. Dauerstelle bei guten Arbeitsbedingungen. Unser Büro befindet sich in ansprechendem Industrie- und Badekurort in der Nahe von Zürich. Wir erwarten gerne Ihre Bewerbung mit den üblichen Unterlagen. W. Weber, Dipl.-lng. Ingenieursbüro WiesenstraBe 25 Telefon 056 2 43 16 5400 Baden/Schweiz

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1972 | | pagina 13