wordt uitgegaan van de principes welke met
betrekking tot registergoederen in het nieuwe
Burgerlijk Wetboek zullen worden neergelegd.
Door de bepalingen van de nieuwe kadasterwet
zullen de kadastrale gegevens juridisch grotere
betekenis krijgen en zal ook de kadastrale her
meting juridisch beter worden gefundeerd. Er
wordt voor de nieuwe wet gedacht aan een
zodanige opzet en procedure dat invoering kan
plaats vinden, nog voordat het derde boek van
het nieuwe B.W. in werking zal treden. Parle
mentaire behandeling is in 1973 te verwachten.
Wat zijn nu de eisen die onze tijd aan deze
dienst stelt?
Uiteraard een verantwoord gebruik van de
moderne techniek. Daarvoor onderhoudt de
dienst nauwe contacten met de wetenschappe
lijke wereld, in de eerste plaats de Technische
Hogeschool te Delft. De samenwerking met
deze hogeschool en de openheid waarmede
deze de dienst steeds is tegemoet getreden, is
van dien aard dat een bijzonder woord van
erkentelijkheid hier niet mag ontbreken. Daar
naast is het noodzakelijk dat door goede inter
nationale contacten de ontwikkelingen in het
buitenland nauwlettend worden gevolgd. Van
daar dat landmeters in hun verenigingsleven
altijd zeer internationaal zijn georganiseerd.
Ook zie ik als een eis van deze tijd een meer
bedrijfsmatige en commerciële aanpak. Dit be
tekent modern management, handelen volgens
bedrijfseconomische beginselen, afwegen van
kosten en baten. Ik sprak reeds over een „ver
antwoord" gebruik van de moderne techniek.
Investeringen mogen alleen plaats hebben wan
neer er genoegzame zekerheid bestaat dat zij
in voldoende mate rendement zullen opleve
ren.
De taakvervulling zal gericht moeten zijn op
modern dienstbetoon. Dit betekent aan de ene
kant dat de klant zoveel mogelijk de kostende
prijs zal moeten betalen, maar aan de andere
kant dat de klant voor de door hem betaalde
prijs ook een vlotte dienstverlening krijgt die
voldoet aan de bij hem bestaande behoeften.
Wil hij voor een speciaal project, buiten het
normale kadastrale patroon, een meting in
millimeters, hij zal die meestal kunnen krijgen,
maar het zal hem meer kosten dan een minder
nauwkeurige meting.
Ook deze opstelling zal in de nieuwe organi
satie beter gerealiseerd kunnen worden.
In nauw verband met de nieuwe organisatie
staat de noodzaak van andere verhoudingen
binnen de dienst. De tegenstelling tussen juris
ten en geodeten, hoe begrijpelijk en tot op
zekere hoogte moet ik zeggen: hoe wenselijk
ook onder de vroegere maatschappelijke ver
houdingen, past niet meer bij deze tijd, die
vraagt om een gezamenlijke aanpak door ver
schillende disciplines. De juristen zullen zich in
de dienst niet meer beperken tot de enge kring
van de bewaringen, ook in andere sectoren van
de dienst is hun medewerking onontbeerlijk. De
geodetisch gevormde ambtenaren zullen zich
nog meer dan vroeger moeten bezinnen over
de meer bestuurlijke aspecten van hun werk.
Al de desiderata die ik heb genoemd zijn bij
voorbaat tot mislukking gedoemd als zij niet
door alle medewerkers van hoog tot laag
worden gedragen. Naast een goede informatie
en goede communicatie moet het samenspel
tussen het personeel onderling goed zijn. Dit is
niet alleen een zaak van de leiding, maar hier
ligt een opgave voor de gehele dienst. Daarom
is op alle niveau's een groot saamhorigheids
gevoel nodig. Het besef dat allen deel uitmaken
van de bemanning van één groot schip, dat al
leen een goede koers kan blijven varen wanneer
de bemanning er van overtuigd is dat ze altijd
op elkaar kunnen rekenen. Voor die coördi
natie is ook dit nieuwe gebouw erg belangrijk.
In dit centrale kadastergebouw zijn thans de
landelijk werkende technische diensten geves
tigd, te weten de fotogrammetrische dienst, de
reproductie afdeling, de rijksdriehoeksmeting
en het centraal teken-, reken- en opleidings
instituut.
Het samen leven en werken van deze centrale
diensten in één doelmatig ingericht gebouw is
voor het bereiken van optimale prestaties uiter
mate belangrijk. Voorheen waren deze diensten
gehuisvest in diverse oude, meest weinig doel
matige gebouwen in Den Haag en Amsterdam.
En dit gebouw wordt nog van grotere impor
tantie als binnenkort de Directie hier ook zal
worden gehuisvest. Dan wordt het echt het
centrum van de gehele kadastrale dienst, waar
alle draden vanuit het land samenkomen en het
hart van de dienst klopt.
Het ruimtelijk bijeenbrengen van Directie en
Centrale diensten is een logische bevestiging
van een in de praktijk duidelijk waarneembare
ontwikkeling. Het relatiepatroon wordt vooral
door de moderne geautomatiseerde techniek
steeds intensiever. Ook zal het een meer be
drijfsmatige aanpak van de dienst bevorderen.
Dit is ongetwijfeld een huis waarin het goed
werken zal zijn, en waaraan allen die erin wer
ken vreugde zullen beleven. Ik hoop en ver
wacht dan ook dat de nieuwe omgeving niet
alleen ten goede mag komen aan de arbeids
prestaties, maar vooral ook bij de medewer
kers de vreugde in de arbeid mag verhogen.
198