AANDACHT VOOR WIJZIGINGEN RUILVERKAVELINGSWET De Ministerraad heeft 30 juni jl. haar goed keuring gehecht aan een wetsontwerp inzake de wijziging van de Ruilverkavelingswet 1954, dat werd ingediend door de minister van landbouw en visserij, ir. P. J. Lardinois, en zijn ambt genoten van justitie en financiën. De belangrijkste van de voorgestelde wijzigin gen zijn: - een verhoging van de ruilverkavelingsrente (annuïteit) van 5% gedurende 30 jaar tot 6% gedurende 26 jaar; - schrapping in de stemmingsprocedure van de bepaling dat „zij, die niet aan de stemming deelnemen, worden geacht hun toestemming tot de ruilverkaveling te verlenen". Aanpassing ruilverkavelingsrente Op grond van de huidige bepalingen van de Ruilverkavelingswet 1954 worden de door de eigenaren verschuldigde kosten bij wege van annuïteit, ruilverkavelingsrente genaamd, door hen betaald. Deze ruilverkavelingsrente be draagt 5% en is gedurende 30 achtereenvol gende jaren verschuldigd. De annuïteit is ge baseerd op een rentevoet van 2 7/8 In het kader van de herwaardering van de overheids uitgaven wordt met inachtneming van het grote belang, dat in het regeringsbeleid aan de her structurering van het platteland wordt gehecht, enerzijds voorgesteld de ruilverkavelingsrente te verhogen tot 6%, doch anderzijds het aantal jaren waarover deze verschuldigd is, terug te brengen tot 26. Een en ander houdt in, dat de rentevoet, waarop de ruilverkavelingsrente is gebaseerd, wordt verhoogd tot 3 5/8 Een overgangsbepaling zorgt ervoor dat op ruilver kavelingen, waartoe is besloten vóór de dag van inwerkingtreding van de wetswijziging, de oude bepalingen inzake de ruilverkavelings rente van toepassing blijven. Wijziging stemmingsprocedure De huidige stemmingsprocedure is in grote lijnen reeds bepaald in de Ruilverkavelingswet 1924, met name wat de organisatie betreft en voor wat betreft het tellen van de stemmen door de regeling volgens welke „zij, die niet aan de stemming deelnemen, worden geacht hun toestemming tot de ruilverkaveling te ver lenen". Vooral naarmate de ruilverkavelingsplannen meer zijn gaan omvatten en tevens niet-agra- rische belangen zijn gaan dienen, is een toe nemende weerstand ontstaan tegen de bepaling, dat diegenen, die niet aan de stemming deel nemen, worden geacht hun toestemming tot de ruilverkaveling te verlenen. Deze weerstand hangt nauw samen met het feit, dat er in vrijwel alle ruilverkavelingsgebieden een zeer groot aantal eigenaren is van kleine tot zeer kleine stukjes grond. Juist deze eigena ren zullen vaak niet aan de stemming deel nemen, waardoor de ruilverkaveling in sommi ge gevallen wordt aangenomen op basis van een meerderheid, die mede door de geringe belangstelling van deze groep tot stand is ge komen. Afgezien daarvan vindt momenteel de stem ming over een ruilverkaveling plaats in een vergadering van hen, die bij het kadaster als eigenaren bekend staan. Reeds bij de thans geldende procedure wordt in verband met het grote aantal stemgerechtigden het houden van een vergadering als bezwaarlijk ervaren. Met het toenemen van de oppervlakte per ruilver kaveling in de laatste decennia is het aantal stemgerechtigden sterk gestegen. Daar mag worden aangenomen, dat na de voorgestelde wijziging van de stemmingsprocedure ook de voorstanders van de ruilverkaveling in een groter aantal aan de stemming zullen deelne men, zou handhaving van de organisatie van de stemming in de vorm van een vergadering op zeer grote bezwaren gaan stuiten. In verband hiermede wordt tevens voorgesteld de vergadering te laten vervallen en de stem ming over een ruilverkaveling in grote lijnen te doen plaatsvinden overeenkomstig in de Kies wet vervatte bepalingen voor de verkiezingen van leden van vertegenwoordigende lichamen. De betrokken bewindslieden hebben slechts de basis van dit systeem in de wet vastgelegd. De nadere uitwerking zal geregeld worden bij of krachtens algemene maatregelen van bestuur. Aangezien het voornemen bestaat over het ont werp daarvan een aantal instanties te horen, stellen zij voor dat de dag van inwerkingtreding van de wetswijziging bij Koninklijk Besluit wordt vastgesteld. 199

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1972 | | pagina 23